Van Bayonne naar Anglet-plages en nog even langs la Nive (verlof pyrenées atlantiques mei-juni 2012)

Vrijdag 1 juni 2012

Met temperaturen rond 33° voorspeld besluiten we richting kust te trekken. Ik heb een paar tochten die vertrekken vanuit Bayonne. Bayonne vlakbij de Atlantische oceaan lijkt daarbij ook een mooie stad om eens te bezoeken. Kort na de middag parkeren we ons A-ken op de grote stadsparking midden het centrum van Bayonne.

Meteen zetten we het op een kuieren door de smalle winkelstraten.

Al snel staan we voor de imposante kathedraal Sainte Marie. Bayonne ligt op de kustweg die bedevaarders volgen om Santiago de Composstella te gaan.

Wegens tijdnood, we willen vandaag nog eens goed fietsen, gaan we niet naar het toerismebureau maar kuieren er maar wat op los.

Steegjes die uitmonden op mooie vakwerkhuizen.

Resten van de stadsomwalling met de “tour Vieille Boucherie”.

Opnieuw door smalle straatjes.

Naderen we de kathedraal.

Nog even de hoek om en…

we staan voor de imposante, gothische gevel van de kathedraal Sainte-Marie. Een hele klus om die helemaal op de foto te krijgen.

Langs “le chateau Vieux” keren we terug naar de parking met ons A-ken.

Daar halen we snel onze fietsen en peddelen naar l’Adour.

Via “une piste cyclable” gaan we naar Anglet-plage fietsen.

De l’Adour is hier al serieus breed.

La piste cyclable voert ons onder deze moderne verkeersbrug.

Bayonne heeft een haven waar schepen tot 20000 ton kunnen aanmeren en laden en lossen.

Wat verder blijkt dat we ons de moeite van het meebrengen van ons fietsen hadden kunnen besparen. Voor meer inlichtingen surf naar Cyclocom.

Naast de vrachthaven is er in Bayonne ook plaats voor een plezierhaven.

Plezier- en vissersboten liggen er zij aan zij.

Vrij snel naderen we de monding van l’Adour.

In de Atlantische oceaan.

Aan de overkant een vrij grote bunker die tijdens de 2de wereldoorlog de toegang tot l’Adour controleerde.

Nu richten we ons naar het strand. Ondanks we aan het strand vertoeven is het toch snikheet.

Net zoals bij ons worden de stranden beschermd door golfbrekers.

Efkens achterom kijken op de havenactiviteit.

Ondanks de zomervakantie nog een maand op zich laat wachten…

…is er toch vrij veel activiteit op de plages.

Landinwaarts is er een groot golfterrein “le golf de Chiberta“. Ook hier is er de nodige activiteit.

Op kustrotsen de eerste gebouwen van Biarritz.

Voorbij het golfterrein keren we terug.

Snel komt Bayonne terug in zicht.

Opnieuw onder de moderne brug.

In Bayonne volgen we de loop van l’Adour.

En geniet opnieuw van de prachtige vakwerkhuizen langs de boord.

Wat later wordt l’Adour ingewisseld voor “la Nive“.

Ook hier mooie gebouwen op de oevers.

Opnieuw dienen we onder een verkeersbrug om “la piste cyclable” te kunnen volgen. De route deelt het jaagpad van “la Nive” met enkele “camino‘s” om naar Compostella te gaan.

We verlaten het centrum, de historische gebouwen maken plaats voor deze recentere lusthuizen.

Nog wat verder overblijfselen van de romp van een schip. Duidelijk een platbodem van Franse afkomst.

Nu we al een goed eind van Bayonne verwijdert zijn worden de villa’s dan weer ingeruild door boerderijtjes.

Dan brengt “la Nive” ons weer in bosrijk gebied.

Ter hoogte van Villefranque wordt het autoverkeer geweerd met een stevige rotsblok.

Villefranque is bereikbaar via deze fietser- voetgangersbrug. Wij peddelen echter door.

Christo was here!

De landerijen liggen er, door de grote hitte van de laatste dagen, stoffig en droog bij.

Deze boer heeft dan weer een hele hoop kippen. De maiskolven worden in een immense ruif bewaard naast de grote schuur.

Deze paarden trotseren de hitte om te grazen.

Rond 17u30 besluiten we terug te keren. We hebben zin om in Bayonne een resaurantje te doen. We zijn dan ook blij als Bayonne terug aan de horizon verschijnt.

Opnieuw onder de brug.

Wat later staan we terug op de parking. Ons A-ken staat rechtover deze grote kiosk die de parking domineert.

Een prachtige dag in en om Bayonne komt ten einde. Onder hoge zomertemperaturen legden we toch zo’n 41km af. In het centrum van Bayonne dient er opgelet te worden. Maar zowel naar Anglet-plage, als langs la Nive was het veilig fietsen op autovrije fietswegen.

Enkele links:

Ook in Bayonne is de site van het tourismebureau een aanrader.

Als je in de Landes wil gaan fietsen moet je zeker eens op volgende site langssurfen

Wie verlof plant in les Landes kan niet om de site Tourisme Landes heen.

Voor “le Gers” is dit dan de “Tourisme du Gers”-site.

Voor “le pays Basque et Bearn” moet je op “Tourisme Béarn Pays Basque” klikken

Al verschenen in verlof pyrenées atlantiques mei-juni 2012:

Van Villeneuve de Marsan naar Mont de Marsan via la voie verte (verlof pyrenées atlantiques mei-juni 2012)

Woensdag 31 mei 2012

De laatste dag van mei is het prachtig weer en dus rijden we met ons A-ken en de fietsen achterop naar Villeneuve de Marsan. Vandaag willen we er “la voie verte” in de andere richting gaan verkennen. Omstreeks 13u rijden we de parking voor de plaatselijke arena waar de “courses landaises” worden gehouden op.

Les courses landaises  zijn bijzonder populair hier in de streek. En elk stadje heeft zijn arena waar vooral in de zomer courses worden gehouden. In tegenstelling met de Spaanse corrida’s wordt de koe niet gedood.

We rijden naar de buitenwijken van Villeneuve de Marsan om la voie verte op te rijden.

Dat gebeurt al heel snel. In tegenstelling met gisteren is het pad nu toch verhard met een laag asfalt.

Door het dik, groen bladerdek komt schuchter de zon een kijkje nemen.

Ook hier treffen we weer de infoborden aan die ons een idee geven waar we zijn op de route en hoe ver nog te fietsen.

Het verhaal van”le fils de sabotier” die naar  “le lycée Victor Duruy” in Mont de Marsan gaat krijgt hier zijn vervolg.

Tussen het bladerdek krijgen we buiten uitgestrekt weilanden af en toe een glimp van een bouwvallige schuur te zien

We fietsen het stationneke van “Pujo St. Cricq” voorbij.

Wat later zien we dan deze paarden een portie hooi binnenspelen.

Na het huisje met deze verweerde dakkroon slagen we even af naar…

Bougue.

Bougue ligt ook op de pelgrimsweg naar Compostella. Nog zo’n 970km te gaan.

Rond de kerk staan er platanen wiens kruin in een speciale plooi is gedwongen.

Wat verder spotten we deze pelgrim genietend van een middagdutje.

In zo’n zuidfrans dorpje lijkt alles zo tijdloos.

De mediatheek is ondergebracht in een prachtig, uit natuursteen opgetrokken, gebouw.

Het hele dorpje ademt die provencaalse sfeer uit, zo typisch voor Frankrijk.

We keren terug naar “la voie verte”, om deze kort daarna weer te verlaten richting om in Mazerolles l’eglise fortifiée  de Beaussiet” te bewonderen.

We kuieren wat rond, dit kapelletje verzinkt wat in het niets bij de prachtige kerk met wie het dit domein deelt.

Vroeger mocht een kerkdeur nog iets kosten.

Wie zijn neus schendt…krijgt een rare tong!!

Even siesten.

Nog eventjes terug naar “la voie verte”.

Toch niet voor lang echter. We besluiten  het centrum van Mont de Marsan te vermijden. We bezochten Mont de Marsan al eerder tijdens dit verlof. Juist zoals gisteren is het de bedoeling dat we via minder drukke wegen kleine dorpjes aandoen en zo terug keren naar Villeneuve de Marsan. Gelukkig is het inderdaad minder druk op deze stoffige weg.

Het klein dorpje Mazerolles heeft buiten dit oorlogsmonument…

en dit wat saai kerkje weinig te bieden. We fietsen dan ook snel verder.

Door de velden gaat het nu naar Laglorieuse.

Daar valt al wat meer te beleven. Dit houten monument is zo wat een samenvatting van wat er leeft in Laglorieuse.

Het kerkje heeft meer karakter dan zijn evenknie in Mazerolles.

De kerkdeur komt duidelijk niet uit het assortiment van Lapeyre.

Nog een bescheiden, maar vooral een sierlijk, kruisbeeld in het grasperk en we kunnen stellen dat Laglorieuse haar naam alle eer aandoet.  Die voorzet kon ik niet laten liggen 😉

Opnieuw in het fietszadel zetten we onze weg voort naar Pujo-le-Plan.

Onderweg krijgen we af en toe wat boerderijtes voorgeschoteld.

Het kerkje van Pujo-le-Plan is, met zijn scheve muts, zowat het vrolijk broertje onder zijn soortgenoten.

Het ligt in een prachtig groen kader.

In een weide boog gaat het nu rond Pujo-le-Plan. Om de gewassen van het nodige vocht te voorzien worden er enorme sproeitoestellen gebruikt.

Her en der mooie landhuizen, veredelde boerderijen.

Dan weer een bouwval, maar steeds met die Franse flou, die er voor zorgt dat het iets aantrekkelijk heeft.

Nog even terugblikken op de scheve muts, alhoewel ze van hieruit rechter lijkt.

Na een fikse klim volgt er een snelle afdaling en zijn we snel terug in Villeneuve de Marsan. Een dikke 42km fietsplezier zit er weer op. Ondanks een paar klimmetjes op het einde is deze tocht vlot te fietsen. Opnieuw een aanrader.

Enkele links:

De site van het bureau de tourisme van Mont de Marsan bulkt van interessante informatie.

Als je in de Landes wil gaan fietsen moet je zeker eens op volgende site langssurfen

Wie verlof plant in les Landes kan niet om de site Tourisme Landes heen.

Voor “le Gers” is dit dan de “Tourisme du Gers”-site.

Voor “le pays Basque et Bearn” moet je op “Tourisme Béarn Pays Basque” klikken
Al verschenen in verlof pyrenées atlantiques mei-juni 2012:

Via la voie verte van Le Frêche naar Labastide d’Armagnac en Mauvezin d’Armagnac (verlof pyrenées atlantiques mei-juni 2012)

Dinsdag 30 mei 2012

We zij nu al meer dan een week in Aydie, de drang naar fietsen begint nu toch serieus te kriebelen. Tijdens ons bezoek aan Mont de Marsan toonde de bediende in het toerismebureau ons een tocht van Mont de Marsan naar Villeneuve de Marsan gebruik makend van”la voie verte”.  Wij besluiten de tocht omgekeerd te fietsen vertrekkend vanuit Villeneuve de Marsan. Het is iets na 12u als we bij het “bureau de tourisme” van Villeneuve de Marsan aankomen. Dat blijkt gesloten. Maar een supervriendelijke dame onderbreekt haar middagmaal en geeft ons een prachtige uiteenzetting, van wat er in de streek aan fietsplezier valt te beleven.  Wij herzien onze plannen en besluiten vanuit “Le Frêche” naar Mauvezin d’Armagnac te fietsen.

Zo’n half uur later rijden we met ons A-ken “Le Frêche” binnen. Op een groot verlaten parkeerterrein laden we de fietsen af. Alvorens de  “la voie verte”  aan te snijden fietsen we nog eens door le Frêche.

Het is echt een typisch dorpje uit les Landes.

Van dit kerkje rest nog alleen de toren, het kerkschip is met de noorderzon verdwenen.

Nog zoiets, purperen luiken en deuren, dat kan toch maar alleen in het zuiden.

We verlaten le Frêche en zoeken la voie verte op.

Snel nog even dat kodaksken wegsteken.

La voie verte heeft zich in de  spoorwegbedding, van een in onbruik geraakte spoorlijn, genesteld. Meer bepaald de lijn die de verbinding maakte tussen Mont de Marsan en Gabarret. Van de stationnekes zijn er mooie woonhuizen gemaakt.

Weg zijn wij, onze eerste stop is Labastide de l’Armagnac. aan dit dorpje hebben we nog prettige herinneringen van vakanties zo’n 15 jaar geleden.

Eventjes kijken we op, buiten het verwijderen van de sporen en de dwarsliggers is er niet veel gebeurd. Maar al met al lijkt het toch vlot te rijden.

Op geregelde tijdstippen staan er borden langs het parcours. Ze geven een goed beeld over de te volgen route. Afstanden, stopplaatsen en bezienswaardigheden het staat er allemaal op. Verder maken prachtige illustraties het plaatje compleet. Echt mooi en interessant.

Het tweede deel van deze borden verteld ons in verschillende episodes het verhaal van de jonge Julien die in Gabarret de trein neemt om in Mont de Marsan naar “le lycée Victor Duruy” gaat om daar als zoon van een arme schoenmaker hogere studies aan te vangen. Het verhaal speelt zich af begin jaren 1900. Op een sublieme wijze krijgt de fietser-lezer een historisch beeld van deze mooie streek.

Nog eens kijken hoever het is tot Labastide de l’Armagnac…

…en voort zijn wij.

Na zo’n dikke 6km fietsen bereiken we Labastide de l’Armagnac.

Snel even de accommodatie van deze halte testen…

In deze streek zitten er veel hagedissen. Deze is van het nieuwsgierigere soort. Dit geeft Veerle de kans hem enkele keren te kieken.

Dit huisje is de voorbode van…

…van nog veel meer!!

Dit schattige dorpje met zijn middeleeuws uiterlijk.

Zijn marktplein met prachtige huizen.

Huizen met gevels met prachtig vakwerk.

Eeuwenoude arcades waar het gezellig toeven is beschermd tegen de priemende zonnestralen.

Eventjes verder fietsen naar de uitkant van la Bastide d’Armagnac brengt ons oog in oog met “le Chateau du Prada

Veerle verwondert zich over deze rozenstruik. Op één stam zijn er rozen van verschillende kleur.

We keren terug naar het marktplein om er in de schaduw van de arcade een lekkere pannenkoek binnen te smikkelen.

Onder diezelfde arcade hebben tientallen zwaluwkoppels een onderkomen gevonden.

Wij verlaten dit machtig mooi dorpje en keren terug…

La voie verte.

Hoewel het stationneke er verlaten bij ligt is het mooi onderhouden. Tevens probeert men zo goed mogelijk een idee te geven van de vroegere activiteit.

Als we even terugblikken vangen we nog een glimp van “Notre Dame des cyclistes” . Verplichte stopplaats voor de bedevaarder die op pelgrimstocht is naar Compostella of Lourdes.

Wat later rijden we Mauvezin d’Armagnac binnen.

Minder dan in Labastide de l’Armagnac maar Mauvezin d’Armagnac heeft ook mooie vakwerkhuizen.

De toren van l’eglise Saint-Pierre is meer een muur dan een echte toren. We hebben dit hier al meer gezien.

Rechtover de kerk vanachter een haag Marie en Jezus. Op weg naar huis?

Om een heen en terug tocht te vermijden besluit ik om, gebruikmakend van onze garmin, via de dorpjes terug te keren naar Flêche.

We verlaten la voie verte en zetten richting Lagrange.

Opnieuw zo’n mooie landelijke woning. Dat vakwerk en de benagelde voordeur, we krijgen er niet genoeg van.

Geen zomer zonder hooibalen.

Stilletjes aan wordt het wat steviger. Hier en daar duikt er al een kuitenbijter op.

Ik weet niet wat Garmin bezielt maar hij stuurt ons naar onverhard.

Op zich niets mis mee, onze giants hebben stevige rubbers. Maar als we over juist gemaaide varens moeten hebben we toch onze vragen.

Toch als we wat later weer vaste grond onder de wielen krijgen geschoven kan er een brede glimlach af.

Met wijn valt er wel wat te verdienen. Dit stulpje kan zo op het etiket van de appellation.

Inmiddels is Lagrange van de radar verdwenen en richten we ons naar Saint-Julien de l’Armagnac.

Maar eerst doen we Betbezer d’Armagnac aan.

Nog zo’n stulpje gaat al richting etiket “grand cru“.

Ook hier een mooi kerkje.

Stulpje III.

De zomer is op komst, als er flink geoogst moet worden, dan moet er nu ferm doorgewerkt worden.

Uiteindelijk bereiken we Saint-Julien d’Armagnac.  Na al die stulpjes onderweg lijkt dit kerkje nogal basic.  Maar het tuinhuisje verwerken in de toren is dan weer slim, je moet er toch maar aan denken!!

Nog even rondkijken, een kiekjes schieten en we vertrekken weer verder.

We keren nu terug naar Labastide d’Armagnac.

Nergens is de tand des tijds zo creatief als in het zuiden van Frankrijk.

Pleisteren is duidelijk een knelpuntberoep hier in de streek.

De schaduwen beginnen te lengen.

De koppigste verovering van de mens.

Om Labastide d’Armagnac te bereiken moeten we terug over Betbezer d’Armagnac. Maar zo fietsen we voorbij deze “Lavoir” de “Miele” uit de middeleeuwen.

Nu fietsen we efkens op de D11 een fikse departemental. Inmiddels is de golden hour al begonnen.

Toch wel een heel mooie poes. Bekijk die staart eens!

Ik heb onze Garmin zo ingesteld als er maar enigszins een off-road alternatief is, hij ons die voorschoteld. Deze keer is de veldbaan perfect berijdbaar.

Juist voor we Le Frêche opnieuw binnenrijden staart deze jonge “troupeau de vaches blondes d’aquitaine” ons met grote koeienogen aan.

En ja, aan alle mooie liedjes komt er een einde. We zijn terug bij ons A-ken. Snel staan onze rijwielen op de fietsendrager een klus waar Veerle nogal fier op is. Wel van deze tocht hebben we enorm genoten. Soms al eens lastig maar toch zo boeiend. Ben je hier in de streek moet je hier zeker eens komen fietsen of wandelen.

Enkele links:

De site van het bureau de tourisme van Mont de Marsan bulkt van interessante informatie.

Als je in de Landes wil gaan fietsen moet je zeker eens op volgende site langssurfen

Wie verlof plant in les Landes kan niet om de site Tourisme Landes heen.

Voor “le Gers” is dit dan de “Tourisme du Gers”-site.

Voor “le pays Basque et Bearn” moet je op “Tourisme Béarn Pays Basque” klikken

Al verschenen in verlof pyrenées atlantiques mei-juni 2012:

Route du Col de l’Allimas (Verlof Vercors september 2010)

Vrijdag 10 september 2010
Ons verlof in de Vercors loopt naar zijn einde. Morgen dient er vroeg uit de veren om alles in te pakken en de meer dan 900 km die ons van huis scheiden te overbruggen. Deze namiddag zakken we af naar de” lac de Monteynard”.

Veerle heeft zin om het deze voormiddag wat kalmer aan te doen. Ik heb echter mijn zinnen gezet op het overwinnen van de Col de l’Allimas. Telkens wij naar het dal rijden komen we dapperen tegen die zich verwoed naar boven trappen. De tocht van gisteren in Trièves met de Col-de-Mens op het menu heeft alleen mijn honger aangescherpt.

Omstreeks half tien laat ik Veerle achter bij haar poezen om als éénzame fietser naar het dal af te dalen.

Onder een prille zon gaat het…

…langs het vakantiedorp “Les Dolomites”en…

…het bureau de tourisme

…de loop van de Vercors volgend naar Gresse-en-Vercors.

Ere aan de plaatselijke oorlogshelden. Tijdens de tweede wereldoorlog was er hier een verzetsbeweging actief.

Prachtige kerk, ze lijken er hier in de streek een patent op te hebben.

Ik daal verder af en fiets langs deze houtzagerij.

De Vercors blijft nog even mijn metgezel.

In Maninaire krijg ik een mooi zicht op A51 die hoog boven de streek uittorent.

Deze mooie boerderij kruis ik in Grisail.

In Saint-Paul-lès-Monestiers fiets ik tot aan de dorpskerk en vandaar gaat het terug.

Ik gun mij nog één keer een stop om de boerderij van daarjuist nog eens te kieken, nu vanuit een andere hoek.  Daarna gaat het zonder stoppen terug naar omhoog.

Gedurende 14km wordt het zwoegen en zweten. Er dient een hoogte verschil van +/- 547 hoogtemeters bedwongen. Honderd keer heb ik een andere houding gezocht. Geregeld heb ik van versnelling moeten veranderen, er zitten echt een paar super venijnige stukken in het traject. Maar na een klein uurtje is het zover. Ik heb de Col de l’Allimas er onder gekregen.

Ik blaas even uit en neem ruim de tijd om van het mooie landschap te genieten.

Er is aan vermoeide klimmers gedacht. Mooi!

Nog een mooie beloning voor de geleverde inspanning. Mont Aiguille laat zich van hier goed bewonderen.

Nu dient er opnieuw rechtsomkeer gemaakt.

Gresse-en-Vercors ligt zo’n 3km terug. L’Auberge Buissonnière, leuke herberg waar je éénvoudig maar zeer lekker kan eten.

Na een fractie van tijd kom ik nu in onze gîte aan.

Aan de “Lac-de-Monteynard” geniet ik van een verdiende rust. Stilletjes aan beseffen we dat dit de laatste mooie momenten zijn van een super geslaagd verlof. In de Vercors mogen ze zeker zijn, ze zien ons nog terug.

Fietsen in Trièves tussen Clelles en Mens (Verlof Vercors september 2010)

Donderdag 9 september 2010

Op zoek naar informatie kwam ik eergisteren in het toerismebureau van Gresse-en-Vercors terecht. Na  wat keuvelen en een beetje uitleg hoe Veerle en  ik een leuke fietstocht zien, tekende de vriendelijke bediende mij uit de losse pols volgende fietstocht op papier.

Een mooie fietstocht in Trièves een streek vlak bij de Vercors. Woensdag trekken we naar Grenoble maar…

Donderdag iets voor middag parkeren we ons A-ken op het plein…

…voor het gemeentehuis van Clelles. Deze “Mairie” doet meteen ook dienst als meisjes- en jongensschool(gescheiden) .

Mooi gerenoveerde waterpomp met drinkbak.

Het is even zoeken naar de juiste weg, zo maken we kennis met dit mooie dorp.

We moeten even langs de D 1075 dat toch een vrij drukke verkeersweg is. Wij rijden de afrit naar Longefonds voorbij. Achteraf blijkt dit een vergissing. Nu dienen we nog verschillende kilometers langs deze drukke baan.

De Trièves is een bergachtige streek waar er veel aan landbouw wordt gedaan.

Hebben we de afslag naar Longefonds en Le Percy gemist deze spoorwegbrug imponeert ons het vergoelijkt een beetje de verkeersdrukte.

Uiteindelijk verlaten we de D1075 en fietsen naar Le Percy dat ons al van ver van op een heuvel toelacht.

Om de kerk en het dorpsplein te bereiken dient er efkens fel geklommen.

Op enkele details na voert deze omgeving ons terug naar lang vervlogen tijden.

Het is hier zeer rustig, de mairie doet nu dienst als woonhuis.

We genieten nog even en…

…fietsen verder naar…

Le Monestier-du-Percy.

Algauw ligt ook dit mooie dorpje achter ons.

Christo was here!!!

Het daalt en klimt de hele tijd door. Na een tijdje komt Saint-Maurice-en-Trièves te voorschijn vanachter een heuvel.

Opnieuw een aandoenlijk dorpje waar deze “fonderie de lingots d’or” (gieterij van edelmetalen) weliswaar buiten dienst nog steeds de aandacht trekt.

Er zijn hier nog een paar zaken die buiten gebruik zijn of een andere bestemming hebben gekregen.

Ook hier nemen we ruim de tijd…

…om van de pittoreske plekjes te genieten.

Nu gaat het verder naar Lalley.

Alwaar ons hetzelfde scenario wacht. Rustiek kerkje.

De obligate dorpsfontein.

En last but not least de “Mairie” hier in de streek steevast ook de dorpsschool meisjes en jongens strikt gescheiden(als we de opschriften mogen geloven).

Gelaten wacht deze zonnebloem op de onvermijdelijke oogst en een toekomstige carrière als margarine of mayonaise.

Het gehucht Chateau-bas is snel doorgefietst.

De zomerbedding van de L”Ebron.

Stilaan betrekt het en geraken de bergtoppen verborgen achter dreigende wolken.

“Alpana” door Jeff Saint-Pierre onderdeel van “7 filles et une mère” 7 sculpturen zijn geplaatst in 7 gemeentes over 2 departementen.

Eén van de weinige vlakke stukken in deze tocht.

Van korte duur echter, Treminis bereiken vraagt al wat klimwerk.

maar nu beginnen we aan het echte werk.

Alvorens we voorbij dit bord fietsen zweten we wat af.

Tja dat ons Veerle fier is valt te begrijpen. Ikzelf voel ook mijn colleken spannen.

Nu dalen we als speren naar beneden, we zijn niet alleen. Enkele parapenters komen aangevlogen, door de opkomende wind en dreigende wolken worden zij gedwongen te landen wegens te gevaarlijk.

In het gehuchtje “Les Marceaux”

…zien we deze bijenkasten staan. De imker is niet thuis maar zijn gebuur is zo vriendelijk ons een potje honing te verkopen uit zijn eigen voorraad.

Het blijft verder dalen en snel zijn we in Saint-Baudille-et-Pipet.

Het dorpje met de leukste naam. Het lijkt wel de titel van een franse stripreeks.

Na wat rondkijken en enkele foto’s gaat het verder weg van deze donkere dreiging.

In Mens wisselen we het landelijke even in…

…voor de charme van een provinciaal stadje.

Steegjes…

…die langs een mozaïek van geveltjes…

…naar een pittig pleintje of…

andere markthal leiden.

Na wat rondslenteren nemen we de tijd voor een terrasje in het Café-Restaurant des Arts.

Na de dreiging van de onweerswolken is het nu de tijdnood die ons verder drijft.

De optie om de tocht nog wat uit te breiden langs Lavars wordt dan ook voor een volgende keer opgeborgen.

Eerst gaat het snel naar beneden maar iets voorbij deze diepe kloof gaat het weer stevig omhoog.

Het schemert al als we opnieuw Clelles binnenrijden. Wat een tocht!!! Voor de wat meer geoefende fietser is het hier een paradijs. Zelden zo veel pittoreske dorpjes achter elkaar in één tocht gezien. Denk dat ik het toerismebureau van Gresse-en-Vercors mail. Zo moeten hier iets mee doen.

Tour du Plateau (Verlof Vercors september 2010)

Maandag 6 september 2010

Sinds zaterdag zijn we in de Vercors een prachtige streek in de Rhône-Alpes.

Om jullie een idee te geven hier het uitzicht vanuit onze gîte in Gresse-en-Vercors. Op de site van Isère-Tourisme vond ik de route “Tour du plateau du Vercors à vélo”.

Om half twaalf verlaten we het lieflijk stadje Autrans om onmiddellijk het hogerop te zoeken.

Eventjes door het dal…

Voor sommigen gaat het te hoog en mag er wat af.

Na een klim van zo’n 3,2km overwinnen we voor de eerste keer een Col.

Na 171 hoogtemeters nog zo fris als een hoentje.

Met sneltreinvaart gaat het nu naar beneden, naar Lans-en-Vercors. Mooi toerismekantoor in natuursteen.

We fietsen het toeristische stadje (veel restaurants en bars) door en maken ons klaar…

…naar St-Nizier-du-Moucherotte. Achter dit pittoresk Kerkje ligt buiten deze…

…villa in le Corbusier-stijl…

en een” table d’orientation” met een “vue panoramique”. Hier heb je bij goed weer zicht op Grenoble en op de Alpen met onder meer de Mont-Blanc. Voor deze twee laatsten is het iets te mistig maar Grenoble is goed te zien.

We genieten van het vergezicht en keren op onze fietstrappen terug naar Lans-en-Vercors.

We rijden een paar keer door Lans-en-Vercors alvorens we de”ancienne route de Lans” ontdekken.

Het zware klimwerk lijkt nu wel achter de rug.

Maar mede door een stevige bries blijft het toch wel zeer pittig.

Doe daar nog wat stof bij.

Maar in wat mooi kader mogen we hier rijden.

Het zal dit kalfje in zijn nauwe behuizing worst wezen. Wat voor een methodes zijn dit toch?

Bijbehorende boerderij… van disproporties gesproken!!!

Nee, dan hebben deze ezels het beter getroffen.

Deze beer fietsen we tegen het lijf in Villard-de-Lans.

La “Mairie” in de zeer typische stijl van de streek. Mooi stadje vrij toeristisch.

We verlaten Villard-de-Lans langs de verkeerde baan. Maar na enig zoekwerk en gepruts aan onzen Garmin zitten we weer op route.

De route de Méaudre is bochtig en soms rijden de auto’s vrij dicht langs ons, maar het uitzicht blijft prachtig.

Méaudre is zo’n pittoresk dorpje, waar men hierin de Vercors een patent lijkt op te hebben.

In het gehucht “les Dollys” dit tafereel in de tuin…

…van dit statig huis.

Inmiddels zit de wind in onzen rug en met een train à grande vitesse-vaart stormen we naar Autrans terug. Zo ronden we een prachtige, karaktervolle fietstocht af.

Deze tocht heeft ons veel inspanningen gekost, buiten de voldoening over de inspanningen hebben we vooral genoten van een prachtig landschap en pittoreske dorpjes. Dit is van het beste dat een fietser zich kan wensen.

Les Menhirs “circuit vélo n°3″(Verlof Bretagne sept 09)

Donderdag 10 september 2009

We zijn al de vijfde dag in Finistère – Bretagne. Een hardnekkige mist voerde ons gisteren naar Mont-Saint-Michel…

‘S avonds keerden we huiswaarts echter niet zonder Saint-Malo met een bezoek te vereren.

Vandaag zou het wolkendek moeten openscheuren en ons zo laten genieten van mooie opklaringen. ‘tja dan begint het te kriebelen. Thuis had ik op volgende site “à vélo en Bretagne – Iroise” enkele routebeschrijvingen gevonden in de streek waar we verblijven. Nu als ik eerlijk ben is onze locatie wat gekozen in functie van de routes. Ik kon me de haren uit het hoofd trekken (gelukkig waren deze juist voor ons vertrek gemillimeterd) toen het bleek dat de uitprint van deze routes in Erembodegem waren achtergebleven. Al mijn hoop ligt nu bij het toerismebureau van Saint-Renan.

Saint-Renan is een mooi Bretoens dorpje met een ongelooflijk mooi stadsplein.

We brengen een bezoek aan het toerismebureau waar we voor zo’n 2€ de route Les Menhirs kopen. Daarvoor krijgen we de route op geplastificeerd papier in een handig formaat.

l’église Notre Dame de Liesse.

Nog een foto op het kerkplein en dan…

glippen we binnen.

Mooie kerk, heeft nog iets authentieks naïef. Alles ademt hier de middeleeuwen.

Nu rijden we snel naar Porspoder van waaruit onze tocht start.

Deze immense rotsblok is geen menhir dus verder fietsen maar.

Dit is de eerste Menhir de Kérhouezel, niet direct te zien maar dit exemplaar is 7 meter hoog en bestaat uit graniet van de l’aber Ildut. Niet een steentje dat men ever over de schouder gooit en wat verplaatst.

Wat hedendaagser en modester van afmetingen. Dit Keltisch kruis dat steeds weer opduikt.

Dit kruis is meteen de aankondiging van het typisch Bretoense dorpje Larret. Ondanks dat deze boerderij in natuursteen is opgetrokken heeft ze iets elegant.

Onder de bescherming van de franse lelie.

Dichtbij deze o zo Bretoens kapel is er een fontein waarvan het water het zicht bevordert. We kunnen dit water zeker gebruiken want deze fontein is aan ons zicht compleet ontsnapt.

Wij ontsnappen echter niet aan deze dorpeling. Hij doet ons stoppen en fier als een gieter toont hij ons zijn woonhuis. Deel van een grotere boerderij. Het is er wat rommelig, hij woont er meerdere jaren alleen en orde en netheid blijken niet meteen zijn grootste zorgen. Toch had het iets weemoedig. Een reusachtige tafel, waar men ooit met velen tegelijk de maaltijd genoot na gedane arbeid op het land.

Dient nu voor zowat alles. Links is het meer gastronomische gedeelte waar de rechterkant vooral dient om onze Bretoen te ontspannen. De zitbank is duidelijk multifunctioneel. Kleer- en droogkast tegelijkertijd.  Een beetje een vreemde ontmoeting.

We fietsen verder richting Kergadiou waar er niet één maar twee menhirs te bewonderen zijn. De legende gaat dat de rechtopstaande menhir gestolen zou zijn van een Schotse heks. Deze razendkwaad wou de menhir vernietigen door vanuit een Schotland een ander menhir te lanceren. Toch deze mistte zijn soortgenoot met zo’n 75 meter. Moet er nog water van de fontein van Larret zijn?

De Menhir-tocht voert ons nu naar een hoger gelegen plateau. Het is er na een fikse klim vrij vlak maar het waait er tegen honderd per uur of toch zo iets. Langs de D68, een vrij drukke departementale, kruisen we dit lief kapelletje opgedragen aan Saint-Roch. Vrij populair hier deze heilige.

Onder het goedkeurend oog van deze hoefachtigen fietsen, we tegen de wind in,  richting Plourin.

Ook Plourin bezit al de ingredienten van een Bretoens dorp.

Een mairie gans in stijl.

Ook vanachter mooi om zien.

Overdekte waterput.

Na Plourin laat de bewegwijzering wat te wensen over of is het de voorzienigheid die ons naar dit donkere bos leidt

De bomen lijken ons te willen grijpen met hun dolgedraaide takken.

Toch geraken we aan deze diep in het bos verborgen burcht.

Chateau de Kergroadès

Opnieuw moeten we onder de kronkelende takken door om het kasteeldomein te verlaten.

Nu dalen we in steile vaart af naar Brélès.

Stilaan nestelt de mist zich op de heuvels.

La demoiselle de Brélès geniet van de late herfstzon. Mooi beeld gehouwen uit graniet van het nabijgelegen l’Aber Lidut.

Buiten het overdekken van de waterput (lijkt hier in zwang te zijn) is hij ook mooi versierd met bloemen.

De volgende halte op deze mooie tocht.Eglise Saint Ildut te Lanildut gelegen langs l’Aber Ildut. Ildut, de laatste zinnen staan er bol van, is of was een Gallische heilige.

Deze kerk is zowat de toegang tot de “quartier Rumorvan”

In dit uitzonderlijk mooie dorpje deze bloedmooie kapel “Chapelle Saint Gildas”.

Wat later fietsen we langs de ‘l Aber Ildut.

Schuilhaven voor bootjes en plezierjachten.

We snijden even een landtong af om, op weg naar Melon, de kust te bereiken.

Nu slingert de route tussen kust en land. We zijn juist Melon voorbij als we dit Christusbeeld in de omwalling tegenkomen.

Enthousiast komen deze paarden aangestormd, op de achtergrond “le phare du Four”.

En Veerle… zij peddelde voort.

Een “lavoir” of te wasserette anno 1400

Nog eens paarden, ze hebben hier een mooi stevig ras. Nu vredig grazend in de vallende duisternis. Juist voor het donker zijn we terug in Porspoder. Een route vraagt om een quotering. Stevige tocht in een prachtig mystiek kader. Een bewegwijzering die soms een steek laat vallen. Steeds goed berijdbare wegen. Een gedetailleerde wegbeschrijving is te downloaden of verkrijgbaar tegen een luttele vergoeding in de plaatselijke toerismebureaus. De afstand 25 km is zeker niet te lang. Deze tocht geeft een goed idee over de streek en kaapt een 7,5/10 weg. Een aanrader.

Van Perros-Guirec naar Ploumanath (verlof Bretagne sept 2009)

Dinsdag 8 september 2009.

Al 3 dagen in Bretagne. Gisteren hebben we Lesneven bezocht. Aldaar vertelde ons een oudere dame dat wie in Bretagne verblijft zeker Ploumanach moet bezoeken. Nu dat is niet in dovemansoren gevallen. Fietsen op het dak en weg zijn wij.

Na een vrij lange tocht rijden we Perros-Guirec binnen. We parkeren onze auto achter het mooie kerkje”Eglise Saint-Jacques”.

Ernaast het  obligate oorlogsmonument.

Telkens we de kust naderen zien we de mist die het land tracht in te trekken. We fietsen wat rond tot we ietwat verdoken het plaatselijk toerismebureau vinden. Daar wordt het ons duidelijk dat onze fietstocht vooral uit wandelen zal bestaan.

Even buiten Perros-Guirec laten we onze fietsen goed vastgemaakt achter en zakken af naar de “Sentier des Douaniers” Dit pad dat ons over de duinen heuvels langs de kust naar Ploumanach leidt. De mist heerst over de kustlijn en geeft de omgeving een onwezenlijke indruk.

Geeft misschien wat minder op foto, maar de rotsen versluierd achter de kille nevel beroerden ons.

Als het sentier ons opnieuw landinwaarts leidt keert meteen de zon terug.

En dan ineens, het parc des sculptures. Uit immense granietblokken zijn er kolossale beelden gehouwen. In volgend filmpje tracht ik een overzicht te geven. Er zijn echt mooie beelden bij.

We naderen Ploumanach en het kusttourisme.

L’ilot de Costaérès met op de top het kasteel (toch wel blij dat we in het Nederlands wat zuiniger zijn met accenten allerhande) ook hier heb ik de indruk in een decor van een film over de middeleeuwen te wandelen.

We keren terug naar de “sentier des douaniers”. Maison du Littoral.

Wat verder op de heuvel dit mooi huis.

Even later wandelen we voorbij het “Canot de sauvetage”

Dit alles in een prachtige natuur.

Nu in dit mistig kader het plaatselijk icoon de “Phare de Ploumanach” . Haast even  ruw als de omliggende rotsblokken klaar om de hevigste stormen te trotseren, en de zeelui de weg naar de haven te tonen.

De sentier voert ons van de ene verbazing naar de andere.

Ook hier wordt de vis belaagd.

Waar zijn de kobolten, hobbits en ander Merlijnen gebleven?

Ground control to Major Tom.

Wat aardser….

en met beide voeten terug op grond, allée tot we een paar tellen later terug op onze tweewielers zitten.

Vanuit Trestaou zicht op enkele pleziervaartboten en één van de “sept îles” die voor de kust van Perros-Guirec liggen. Het late uur en de lage zon maken het allemaal wat idyllischer.

Terug in Perros-Guirec,blijven we wat op de mooie dijk hangen en nemen enkele foto’s…

van de baai…

…strandpret.

Zo’n tien minuten na acht uur, na een fikse klim zijn we terug op ons startpunt. We hebben er een speciale dag opzitten. Wat een stevige fietstocht moest worden mondde uit in mooie wandeling. Het was wat minder gemakkelijk met onze fietshelmen op en de fietstassen zo goed als mogelijk in de hand. Soms was het kil en een moment later vrij warm. We vielen van de ene verbazing in de andere, ik kan het dametje uit Lesneven alleen maar gelijk geven. Als je in Bretagne bent moet je Ploumanach aandoen en voor de stappers onder ons is het “Sentier des douaniers” verplichte kost.

Van Coat Méal over Saint Pabu naar Porsguen (Verlof Bretagne september ’09)

Zondag 6 september 2009

Na een rit van zo’n 860 km zijn we gisteren rond 17u aangekomen in Coat-Méal. Dit Bretoens dorpje, op zo’n 20km van Brest, zal gedurende een week  onze uitvalsbasis zijn om Bretagne en meer bepaald de Finistère-nord te verkennen. Hopelijk krijgen we nog een mooi nazomertje de voorspellingen zijn alvast veelbelovend..

Om 16u30 starten we onze eerste tocht in de streek. Op onze Garmin heb ik Ploudalmézeau en Treglonou als waypoints ingesteld. De Bedoeling is om eerst naar de kust (la Manche, Atlantische oceaan) te rijden. Deze even te volgen om dan langs de oevers van  l’Aber Benoît via Tréglonou naar Coat Méal terug te keren. Mooi zo…

In Bretagne  is het zelden windstil, je komt er dan veel van deze immense propellers zonder vliegtuig tegen.

Langs de D26 (départementale) komen we na een fikse klim in Plouguin.

Ook hier een kerktoren met een porche(ken de term ook maar van horen zeggen) die typisch is voor de streek hier.

Na Plouguin zijn we de D26 met zijn druk verkeer, ook al is het zondag, beu en slagen af richting Saint Pabu. We rijden door velden vrij vlak en na zo’n 20 minuten, wind in de rug, bereiken we al de kust.

Mooie witte stranden doen ons besluiten links de kustlijn te volgen.

De kusten zijn bezaaid met rotsblokken. Dit maakt het allemaal wat meer “sauvage”.

We duiken wat het binnenland in om langs authentieke Bretoense huisjes naar Lampaul-Ploudalmezeau naar te fietsen.

Daar wacht ons de “Eglise Saint-Paul Aurélien” Prachtige kerk.

Opnieuw zoeken we de kust op. Lekker ruw in Porsguen.

Toch te bedwingen.

Hier en daar een strook geschikt voor de ganse familie.

Daarna fietsen we het ganse stuk terug en steken door naar Saint-Pabu. De monding van l’Aber Benoît is meteen ook een haven voor kleine plezierjachten en vissersbootjes.

Een kleurrijke bedoening.

Jong geleerd…

Kerk van Saint-Pabu, is het door mijn breedhoek-instelling of staat de toren echt scheef?

Aan de prijs dat nu de melk staat!!!

In Bretagne, zoals in de rest van Frankrijk en in tegenstelling met ons Vlaanderen, kom je minder Maria-kapelletjes tegen maar kruisbeelden tieren er welig. Inmiddels hebben we onze route opnieuw aangepast. De loop van de l’Aber Benoît is zodanig moeilijk te volgen dat we het opgeven en Garmin vragen ons terug naar huis te brengen.

De eerste nevel duikt over de velden, een boerderij opgetrokken in natuursteen.

Stilaan verdringen de prachtige herfstkleuren het zomerse groen.

Over kleine baantjes, langs gehuchtekens…

…onder een langzaam dalende zon…

…fietsen wij vroom…

…terug naar onze Gîte.

Een eerste kennismaking met deze streek zit erop. De dorpjes zijn zeer authentiek, de mensen vriendelijk en gastvrij. Fietsen is soms niet van de poes. Geregeld zit er een pittige klim verscholen in het parcours. Maar vooral er is altijd wind. In de rug geeft ie vleugels tegen is het een lastige klant. Last but not least de kust!! Eigenzinnig, grillig, soms vredig meestal woest… maar o zo mooi!!!

Rondom Bourdenne (Verlof Bourdenne 8 en einde)

Vrijdag 11 juli 2008

Bourdenne is een gehuchtje van Saint-Germain de Lusignan we hebben er een gîte gehuurd.  Vanhier trekken we erop uit. We verkennen steden. Bordeaux, La Rochette, Saintes, Angoulème en op het nippertje Royan. Maar de geest van deze blog getrouw, breng ik verslag van de fietstochten die we er maakten.

Vlaamse feestdag, hier niets van te merken integendeel onze laatste volledige vakantiedag in Charente-Maritime en dat is direct niet om te feesten. Onder een bewolkte hemel rijden we naar Royan.

Van de 11de tot 13de juli is Royan de haven waar de “tour de France à la voile” aanmeert.
Elk jaar is er een wedstrijd voor zeilers dat naar analogie met de tour de France voor fietsers Frankrijk rondgaat. In dit geval de kusten van Frankrijk. Voor ons is het een beetje een afknapper. De boten, waar het ons om te doen is, varen slechts omstreeks 20u binnen. Het meereizend publicitietscircus houdt niet veel in. Na de stad verkend te hebben en enkele aankopen verricht keren we terug naar Bourdenne.

Daar besluiten we dat een fietstocht de beste manier is om dit geslaagd verlof af te sluiten. We nemen het baantje achter onze gîte en fietsen op het goedvallen uit voort. Een grintbaantje brengt ons naar een statig herehoeve annex kapel.

Langs veld- en boswegels komen we bij Luzac.

Daar willen we het kasteel bezichtigen en er foto’s van nemen. Maar door het late uur, we kennen blijkbaar geen andere uren meer, is het domein afgesloten en van het kasteel geen glimp te bespeuren. Dan maar weer het bos in. De weg is hier heel ruw en Veerle vreest opnieuw lek te rijden. Terug op verhard volgen we garmin die ons, over verhard wegdek,

naar Clion-sur-Seugne brengt. De Seugne staken we in het bos al over.

Clion-sur-Seugne is een klein dorpje van een kerk, Mairie (gemeentehuis) en enkel huisjes.

Twee pedaalslagen en je bent er door. Dit dorpje heeft echter ook een museum waar meer dan 1000 werktuigen te bewonderen zijn. Toch ook dit is, wegens het late …, gesloten.

Dan maar verder naar Guilinières. Hetzelfde soort dorp, zonder museum, maar met grote boerderij rechtover de kerk. Alvorens de foto’s te bekijken eerst een filmpje dat voor ons een raadsel ontsluiert…

Nog 2km, de D2 kruisen en we zijn opnieuw in onze gîte.

Dit klein fietstochtje (19km) bezorgde ons opnieuw verschillende verassingen. Mooie hereboerderijen tussen uitgestrekte velden.

Kleine riviertjes die door bossen stromen.

Deze landelijke streek heeft ons een prachtig verlof bezorgd.

Het is met wee gevoel dat we onze koffers beginnen te pakken. Nog nooit was een verlof zo snel voorbij.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: