Woensdag 8 september 2010
We zijn nu al 4 dagen in Gresse-en-Vercors,
voor gisteren en vandaag is er minder goed weer voorspeld. We twijfelen of we een bezoek brengen aan Lyon waar het mogelijks wat beter weer zou zijn of dat we het nabijgelegen Grenoble verkennen. Uiteindelijk wordt het Grenoble.
Na zo’n 3 kwartier rijden vinden we een Parking nabij het Musée de Grenoble.
Eventjes dwalen we onder een stralende zon door het centrum op zoek naar het bureau de tourisme. Aldaar raad een vriendelijke jongeman ons de stadswandeling “sur les pas de Stendhal” aan.
Stendhal (pseudoniem van Marie-Henry Beyle) is een franse romantische schrijver. Hij werd geboren in Grenoble en bracht er zijn jeugd door. De wandeling gaat van het toerismebureau naar het begin van de Reu Lafayette waar er nog een restant staat van de eerste omwalling.
Vandaar wandelen we naar de Rue Jean-Jacques Rousseau. Daar vinden we het geboortehuis van Stendhal op nr. 14. Een vrij gewoon huis. De poort van huisnummer 16 is mooi met houtsnedes versiert en trekt meer aandacht.
Er recht tegenover een mooi balkon. Deel van het hotel Rabot.
Op place Grenette ( daterend uit 17de eeuw) werden er vroeger beesten- en graanmarkten gehouden.
Deze mooie fontein, pronkstuk van het plein .
We volgen ons plan en komen in de “Rue de Bonne” in deze straat bewonderen we…
…vele oude, soms met zware nagels beslagen, deuren.
De volgende halte “Place Victor Hugo” is meteen onze eerste rustplaats. Op één van de bankjes genieten we van de stralende zon.
Na een half uurtje rust stappen we weer eens op. Als je goed kijkt zie je dat dit beeld een knaapje afbeeldt dat een stevige vis leegknijpt. Manneke vis.
Via de Rue Félix Poulat” keren we naar het centrum terug. ” l’église Saint-Louis”
…met er recht tegenover een statig gebouw met dit olifantenhoofd als portiek.
Door een gezellige drukte wandelen we verder.
Dit gebouw was vroeger het “Ancienne auberge des 3 dophins”. Napoléon verbleef hier ooit 2 nachten.
Aan de overkant 3 fonteinen ingekapseld in een muur.
Achter de muur begint “Le jardin de Ville”
l’ancien Hôtel de Lesdiguières nu la Maison de l’International. Ook hier blazen we even uit alvorens onze tocht voort te zetten.
We passeren het gebouw alwaar men de kabelbaan naar de Bastille kan nemen. Wij besluiten de Bastille te voet te bestormen en stappen door naar…
met zicht op de toren van de Collégiale Saint-André.
Zwaar beslagen ingangspoort, op een klinknagelken min of meer werd er niet gekeken indertijd.
l’ancien palais du parlement de Dauphiné maakt van “Place Saint-André” naar mijn bescheiden mening het schitterendste plein van Grenoble.
In “Café de Table ronde“, het 2de oudste etablissement van Frankrijk, heerst een gezellige drukte.
Chevalier Bayard torent boven al deze drukte uit en heeft duidelijk iets anders aan zijn hoofd.
Aan pleintjes geen gebrek in Grenoble en haast op allemaal is het super gezellig.
“Place aux herbes” overdekte markt.
Ook steegjes kleuren het stadsbeeld.
Inmiddels zijn we op de oever van de ‘l Isère aangekomen.
Via de Passerelle Saint-Laurent steken we over naar de andere kant.
Langs deze poort en het bijhorend steegje starten we onze bestorming van de Bastille.
Algauw krijgen we een aantrekkelijk zicht op de omgeving.
Het “Musée Dauphinois” dient zich juist op tijd aan voor een sanitaire stop.
Nu begint het serieuze werk. Opeenvolgende trappen en omhoogklimmende wandelpaden brengen ons naar de…
…Bastille.
We hebben hier een goed zicht op de omgeving van Grenoble.
Ook een scherpe kijk op de langste recht laan van Europa.
Restaurant “Le Téléférique” wellicht het restaurant met het mooiste terras van Europa.
We klimmen verder naar het “Terrasse des Géologues”op oude emaillen platen worden er vergezichten beschreven. Zoals dit zicht met de “Mont-Blanc”
En inderdaad als we de aanwijzingen volgen zien we in de verte de majestueuze Mont-Blanc.
Het is nu tijd om met de kabelbaan opnieuw naar Grenoble af te dalen.
Daar hervatten we de tocht in de Rue Chenoise met op huisnummer 10 deze gothische poort.
Achter deze op zich al mooie poort bevindt er zich…
We moeten langs de Cathédrale Notre-Dame.
en de sjieke Place Notre-Dame.
Vandaar zijn we haast onmiddellijk op de Place Saint-Claire waar we de majestueuze Hall Sainte-Claire kieken.
Nu richten we onze schreden naar het “Couvent Sainte-Cécile” met de imposante ingangspoort. Heden is het gebouw eigendom van de “éditions Glénat“.
Iets verder in de Rue Voltaire op nummer 6 de deftige ingangspoort van het ” l’ancien Hôtel de la 1ère Présidence du Parlement (1770)”.
Vandaar is het dan weer slechts enkele stappen om het prestigieuze “Place de Verdun” te bereiken.
Statige gebouwen omringen dit plein.
Maar de “Préfecture de l’Isère” is toch veruit het voornaamste gebouw op deze “place”.
Het Lycée Stendhal is meteen het eindpunt van deze stadstocht.
Langs het inmiddels gesloten “bureau de tourisme”,
met zijn moderne muurschilderingen drentelen…
we terug naar het musée de Grenoble om er in de naastgelegen parking ons A-ken op te pikken. Tijdens de terugrit geraken we er niet over uitgepraat. Wat een leuke dag in een aantrekkelijke stad. Grenoble heeft alles om je enkele dagen te bekoren. Als je zoals wij in de streek vertoeft moet je zeker een bezoek aan deze hoofdstad van de Alpen brengen.