Timar por los Riscos (Verlof Andalusië Juni 2010)

Zaterdag 12 juni 2010.

Onze eerste week in Andalusië zit erop. We hebben het naar onze zin hier in El Paraje. We gingen al 2 keer naar Granada.  Ook hebben we al eens een keer lekker genikst. Lui in een zetel, verzonken in een spannende triller. Waarom lukt dit thuis bijna nooit? Vandaag trekken we de stapschoenen weer aan.

Timar por los Riscos.  Naar Timar via de steile heuvels dat lijkt ons een uitdaging. Ik zet dan ook voor alle zekerheid mijn strooien hoedje op(aanwinst uit Granada) . De rugzak dient, buiten het meenemen van proviand en drank, ook om met beide voeten op de grond te blijven. We zien wel.

De tocht start in El Paraje en we lopen de toegangsweg uit.

Even voorbij Walter, onze gastheer, die naarstig de zijkanten van deze weg kortwiekt. Hij merkt ons op dat de afdaling van los Riscos enige vaardigheid eist.

Veerle, in haar Lara Croft-outfit, ziet er ongelooflijk vaardig uit.

We volgen een geitenpad langs de A-4130.

Wat verder steken we deze A-4130 over en moeten langs een stort van bouwafval.

Maar snel zijn we weer in volle natuur.

We klimmen langzaam hoger en zien in de verte Juviles.

We volgen de heuvelkam en staan plots oog in oog met los Riscos. Om een idee te geven van de hoogte waarop we zitten. Wie goed kijkt tussen de 2 onderste heuvelpieken ziet een rijbaan die naar Timar gaat dat wat verderop ligt. Nu start de fameuze afdaling. Inderdaad deze gaat door open terrein en vraagt voortdurend concentratie om niet uit te glijden en zodoende een nieuw afdalingsrecord van de “cerro de los Riscos” te vestigen.

Deze schoorsteen is een overblijfsel van de Minas de Retama een fabriek waar kwiksulfide uit vermiljoen werd gewonnen.

Aan overblijfselen geen gebrek, heb het wat moeilijk om me hier industriële activiteit voor te stellen ook al was dat begin vorige eeuw.

Timar, zoals alle dorpjes hier, wit en tegen de bergwand geplakt.

Het plaatselijk dorpskerkje ligt op de “E4-GR7” de langste wandelroute van Europa,
9000KM klaar? Start!!!

Wat lager dan de baan waarop wij lopen is een man zijn moestuin aan het bewerken. Een hele klus want de grond is hier vergeven van stenen en stokken.

Honden hebben een speciale status in Andalusië en bijzonder in de Alpujarras . Ze lopen meestal vrij rond en storen zich weinig aan het voorbijgaand verkeer.

Bij het naderen van de begraafplaats van Timar trekt dit bouwwerk onze aandacht. Resten van de andere kwiksulfidefabriek?

We zijn echter meer gecharmeerd door deze dorsmolen. Zien we hier een overblijfsel van een verdwenen zelfredzaamheid. Door de hoge bergen met zijn moeilijke verbindingen en dus verplicht op zichzelf aangewezen, moesten deze dorpjes hiervoor  de gehele voedselproductie zelf instaan.  Met een beperkt aanbod tot gevolg maar wel wars van alle chemische bewaarproducten (op zout na).

Ook de begraafplaats hult zich in het obligate wit, wat de wolken betreft is het een paar andere mouwen. Dit terwijl Veerle me nog eens goed heeft ingesmeerd tegen zonnebrand. Hier nemen wij de Ruta Medieval naar Juviles.

Op een  enkele plaats na, waar het door een verzakking wat minder vlot gaat, is het leuk klimmen op deze route. Prachtige vergezichten, we hebben een zestal gemzen gespot. Is het de zonnebrandcrème in mijn ogen?  Ik weet het niet, maar ik meen een hoofd te zien in deze rotsblok.

Een stevige klim brengt ons aan de rand van Juviles.

Met een mooie kerk.

Maar vooral met enkele bars. Ja U ziet het goed, een krachtige tred, ondergetekende is niet te stuiten…

…en zal deze ruimte niet verlaten alvorens “una cerveza grande” gedronken te hebben. Er moet nogal wat stof en zonnebrandcrème doorgespoeld worden!

Het gerstenat is ,dankzij een grote keel of mond of beiden, snel doorgespoeld. We vervolgen onze klim langs deze wasplaats. Dit is ook een constante, haast elk dorpje heeft zijn gemeenschappelijke wasplaats.

Een mini-tractor haast de enige manier om mechanisch het land te bewerken op deze hoogte.

Enkele hoogtemeters verder worden we weer opgeslorpt door de natuur. De ietwat ruwe, authentieke schoonheid van deze streek heeft ons al een tijdje in haar ban.

Verdeel en heers!

Langzaam drijft er lage bewolking over. Nog een constante, telkens Veerle me met producten tegen zonnebrand te lijf gaat heeft dit het verdwijnen van de zon tot gevolg. Nogal doeltreffend die crèmekes en andere oliekes.

Tja!!! vindt daar maar eens een redelijk onderschrift voor!!!!!! Toch blij dat het niet in mijn rugzaksken kan.

Geen bergtocht zonder bergbeek, naar het schijnt heeft het drinken van het water van zo’n beek een miraculeuze werking op de peristaltische beweging van de dikke darm.

Duidelijk de weg naar ruïne ingeslagen. Zo komen we er geregeld tegen, hier in de streek. Telkens blijf ik met vragen, hoe moet het leven hier voor de vroegere bewoners geweest zijn?

Ge probeert dan jaren een respectabele blog op poten te zetten, bulkend van interessante en serieuze gegevens!!!

Vorige foto liet het al verstaan, we zijn terug thuis. Dat is ook hoe we ons in El Paraje voelen THUIS!!!

Wat de tocht betreft:

Ja ze was bijwijlen moeilijk, steile afdalingen in los gesteente zoals Cerro de los Riccos vragen een sterke concentratie en een goede conditie. Dit laatste is door onze voorliefde voor fietsen en duurlopen geen probleem. Maar zoals bij het fietsen wordt de inspanning ruimschoots beloond met mooie vergezichten. Maar nog meer dan bij het fietsen kan je van de omgeving genieten, door de lagere snelheid heb je meer oog voor details. Je hoort het bergwandelen is duidelijk ons ding. We hebben 12,7km genoten.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: