Sierra de Mecina (verlof Andalusië juni 2010)

Vrijdag 18 juni 2010

Het wandelen in de Sierra Nevada bevalt ons steeds meer. Anita onze sympathieke gastvrouw vertelt ons van een mooie wandeling die zij de vorige dag maakte.  Wij halen in de leeszaal van El Paraje de roadmap op en rijden met ons A-ken naar Cortijo Panjuilo een gehucht (7-tal huisjes) van Ferreirola.


Van hieruit start onze tocht

. Deze route is samengesteld uit een deel Ruta Medieval (geel-wit) en de GR 142 (rood-wit) al meteen volgen we de aanduidingen.Zij zullen ons door de Taha-vallei en de dorpjes Ferreirola en Fondales brengen. Zo’n 12,3 km lang of een goede 4 uur wandelen.

De aanduidingen brengen ons op dit breed karrenspoor en langs een ruïne.

Escarihuela de Ferreirola is een snel dalend zigzaggend ezeldrijverspad.

Dit pad is eeuwenoud en erkend als werelderfgoed.

Aan de overkant van deze vallei gaat de Escariheula opnieuw hogerop. Hebben jullie ook al een draaierig gevoel?

We dalen de vallei dieper in en steken de Rio Trevelez over. Een paar stappen verder de “Fabrica de Luz”, verlaten molen? Het is niet goed uit te maken waarvoor deze bouwval vroeger diende.

De nieuwe bestemming, gastheer voor al deze flora, lijkt me ferm mee te vallen.

De route voert ons nu langzaam stijgend naar Ferreirola. Weerom vinden we een dorsvloer of te “era” op onze weg.

Wat lager opnieuw een bouwval, lijkt op een sloep.

Omhoog zien we dan deze frêle omheining.

We stappen flink door tot deze mooie “Fuentes de Salud” Het water van deze bron is rijk aan ijzer en koolzuurhoudend.

De tegeltjes die deze bron opvrolijken brengen ons het verhaal hoe van druiven wijn gemaakt wordt. Tja, kwestie van water in uwen wijn te doen zeker!!

Na al dit moois komen we in Ferreirola. De openbare wasplaats, mag niet ontbreken in een dorpje van de Alpujarras dat zichzelf respecteert.

Dit exemplaar is nog steeds in bedrijf.

Laat ik jullie even meenemen op een kleine wandeling door dit mooi dorpje. Beginnen we met dit kerkje?

Ook hier zien we veel bloemen in het straatbeeld.

Soms waar men ze niet direct verwacht.

Ambachtelijk en daardoor, ik herhaal mezelf, zo echt zo puur.

We keren terug naar de vallei en richten onze schreden naar Fondales.

Het pad loopt nu vlot en brengt ons langs velden en  bosjes naar…

Fondales…, volgen jullie?

Medieval!!!

Waar hebben we dat nog gezien?

“Jabon artesanel ” wast witter dan wit!!!

Hier zijn we even “t noorden kwijt geraakt.

Kalebassen?

Fuente de Fondales, ook ijzerhoudend en…

…deze keer met liefdesgedichten, mooi toch?

La montagne c”est belle

We verlaten dit lieflijk dorpje langs de obligate wasplaats.

Ons bergpad wordt, op weg naar de oude romeinse brug, wat ruwer.

Na flink wat klimwerk komt de brug in ’t vizier.

Geen reling om direct eens tegen te gaan leunen.

Zeker niet als je ziet hoe diep de Rio Trevelez hier ligt.

Aan ruïnes is er in de streek ook geen tekort.

We volgen nog even de loop van de Trevelez en beginnen dan onze klim uit de Taha-vallei.

Even voor de top een recente boerderij. Er is geen ziel te bespeuren…

…op deze geit na. Deze sukkel met gezwollen en ontstoken uier zoekt in het portaal beschutting tegen de blakende zon.

La montagne c”est dure!!!

Van hier heb je normaal gezien een prachtig zicht op de hoogste toppen van de Sierra Nevada. De mist zorgt dan weer voor sfeer.

Het steile bergpad gaat over in trager klimmend grindweg.

Deze rotsen torenen boven het dennenbos uit.

Deze tocht is een lus, als we het einde naderen zien we de ruines en het pad waar het allemaal begon.

Cortijo Panjuilo lacht ons toe, het einde van een vrij zware tocht is inzicht.

Wat een geluk dat we met ons A-ken terug naar El Paraje kunnen. Deze tocht is tot nu toe veruit de zwaarste maar met lengtes ook de mooiste. De “Escarihuela de Ferreirola” is een mooi pad evenals zijn tegenhanger aan het einde van de Taha-vallei. Ferreirol en vooral Fondales zijn pittoreske dorpjes met een uniek en sterk karakter.  De ruïnes, oude bruggen, steile bergwanden, boomgaarden  zijn ingrediënten voor een onvergetelijke namiddag in het hartje van de Sierra Nevada.

Timar por los Riscos (Verlof Andalusië Juni 2010)

Zaterdag 12 juni 2010.

Onze eerste week in Andalusië zit erop. We hebben het naar onze zin hier in El Paraje. We gingen al 2 keer naar Granada.  Ook hebben we al eens een keer lekker genikst. Lui in een zetel, verzonken in een spannende triller. Waarom lukt dit thuis bijna nooit? Vandaag trekken we de stapschoenen weer aan.

Timar por los Riscos.  Naar Timar via de steile heuvels dat lijkt ons een uitdaging. Ik zet dan ook voor alle zekerheid mijn strooien hoedje op(aanwinst uit Granada) . De rugzak dient, buiten het meenemen van proviand en drank, ook om met beide voeten op de grond te blijven. We zien wel.

De tocht start in El Paraje en we lopen de toegangsweg uit.

Even voorbij Walter, onze gastheer, die naarstig de zijkanten van deze weg kortwiekt. Hij merkt ons op dat de afdaling van los Riscos enige vaardigheid eist.

Veerle, in haar Lara Croft-outfit, ziet er ongelooflijk vaardig uit.

We volgen een geitenpad langs de A-4130.

Wat verder steken we deze A-4130 over en moeten langs een stort van bouwafval.

Maar snel zijn we weer in volle natuur.

We klimmen langzaam hoger en zien in de verte Juviles.

We volgen de heuvelkam en staan plots oog in oog met los Riscos. Om een idee te geven van de hoogte waarop we zitten. Wie goed kijkt tussen de 2 onderste heuvelpieken ziet een rijbaan die naar Timar gaat dat wat verderop ligt. Nu start de fameuze afdaling. Inderdaad deze gaat door open terrein en vraagt voortdurend concentratie om niet uit te glijden en zodoende een nieuw afdalingsrecord van de “cerro de los Riscos” te vestigen.

Deze schoorsteen is een overblijfsel van de Minas de Retama een fabriek waar kwiksulfide uit vermiljoen werd gewonnen.

Aan overblijfselen geen gebrek, heb het wat moeilijk om me hier industriële activiteit voor te stellen ook al was dat begin vorige eeuw.

Timar, zoals alle dorpjes hier, wit en tegen de bergwand geplakt.

Het plaatselijk dorpskerkje ligt op de “E4-GR7” de langste wandelroute van Europa,
9000KM klaar? Start!!!

Wat lager dan de baan waarop wij lopen is een man zijn moestuin aan het bewerken. Een hele klus want de grond is hier vergeven van stenen en stokken.

Honden hebben een speciale status in Andalusië en bijzonder in de Alpujarras . Ze lopen meestal vrij rond en storen zich weinig aan het voorbijgaand verkeer.

Bij het naderen van de begraafplaats van Timar trekt dit bouwwerk onze aandacht. Resten van de andere kwiksulfidefabriek?

We zijn echter meer gecharmeerd door deze dorsmolen. Zien we hier een overblijfsel van een verdwenen zelfredzaamheid. Door de hoge bergen met zijn moeilijke verbindingen en dus verplicht op zichzelf aangewezen, moesten deze dorpjes hiervoor  de gehele voedselproductie zelf instaan.  Met een beperkt aanbod tot gevolg maar wel wars van alle chemische bewaarproducten (op zout na).

Ook de begraafplaats hult zich in het obligate wit, wat de wolken betreft is het een paar andere mouwen. Dit terwijl Veerle me nog eens goed heeft ingesmeerd tegen zonnebrand. Hier nemen wij de Ruta Medieval naar Juviles.

Op een  enkele plaats na, waar het door een verzakking wat minder vlot gaat, is het leuk klimmen op deze route. Prachtige vergezichten, we hebben een zestal gemzen gespot. Is het de zonnebrandcrème in mijn ogen?  Ik weet het niet, maar ik meen een hoofd te zien in deze rotsblok.

Een stevige klim brengt ons aan de rand van Juviles.

Met een mooie kerk.

Maar vooral met enkele bars. Ja U ziet het goed, een krachtige tred, ondergetekende is niet te stuiten…

…en zal deze ruimte niet verlaten alvorens “una cerveza grande” gedronken te hebben. Er moet nogal wat stof en zonnebrandcrème doorgespoeld worden!

Het gerstenat is ,dankzij een grote keel of mond of beiden, snel doorgespoeld. We vervolgen onze klim langs deze wasplaats. Dit is ook een constante, haast elk dorpje heeft zijn gemeenschappelijke wasplaats.

Een mini-tractor haast de enige manier om mechanisch het land te bewerken op deze hoogte.

Enkele hoogtemeters verder worden we weer opgeslorpt door de natuur. De ietwat ruwe, authentieke schoonheid van deze streek heeft ons al een tijdje in haar ban.

Verdeel en heers!

Langzaam drijft er lage bewolking over. Nog een constante, telkens Veerle me met producten tegen zonnebrand te lijf gaat heeft dit het verdwijnen van de zon tot gevolg. Nogal doeltreffend die crèmekes en andere oliekes.

Tja!!! vindt daar maar eens een redelijk onderschrift voor!!!!!! Toch blij dat het niet in mijn rugzaksken kan.

Geen bergtocht zonder bergbeek, naar het schijnt heeft het drinken van het water van zo’n beek een miraculeuze werking op de peristaltische beweging van de dikke darm.

Duidelijk de weg naar ruïne ingeslagen. Zo komen we er geregeld tegen, hier in de streek. Telkens blijf ik met vragen, hoe moet het leven hier voor de vroegere bewoners geweest zijn?

Ge probeert dan jaren een respectabele blog op poten te zetten, bulkend van interessante en serieuze gegevens!!!

Vorige foto liet het al verstaan, we zijn terug thuis. Dat is ook hoe we ons in El Paraje voelen THUIS!!!

Wat de tocht betreft:

Ja ze was bijwijlen moeilijk, steile afdalingen in los gesteente zoals Cerro de los Riccos vragen een sterke concentratie en een goede conditie. Dit laatste is door onze voorliefde voor fietsen en duurlopen geen probleem. Maar zoals bij het fietsen wordt de inspanning ruimschoots beloond met mooie vergezichten. Maar nog meer dan bij het fietsen kan je van de omgeving genieten, door de lagere snelheid heb je meer oog voor details. Je hoort het bergwandelen is duidelijk ons ding. We hebben 12,7km genoten.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: