De Alqueria à Lobras por los GR (Verlof Andalusië juni 2010)

Maandag 20 juni 2010

Onze laatste week is gestart, zelden vloog de tijd zo vooruit. Alleman maar zeggen dat de tijd in de Sierra Nevada is blijven stilstaan!!! Opnieuw hebben we de map met wandelingen van El Paraje erop nageplozen. De Alqueria à Lobras por los GR. “Gran Recorridos”  of te grote tochten.  11,6 km of zo’n 4 uur en een half wandelen. Spek naar onzen bek. Kort na de middag rijden we even voorbij Cadiar naar Alqueria de Morayma een agro-toeristisch complex met een bar-restaurant.

Van dit alles is er bij onze aankomst niet veel te merken…

13 uur 15 iedereen zal aan het siesten zijn.

Wij gaan echter op stap.

Dit lappendeken is te verleidelijk…

…we begeven ons tussen de boomgaarden.

Op en neer via een vlotte brede kiezelbaan.

Mooie haciënda die niet bewoond blijkt. Als ze een bewoner zoeken!

We lopen op de kam van een heuvel wat prachtige vergezichten geeft.

Van dichterbij lijkt het zo. De route loopt dwars door deze boomgaard aan de 9de boom moeten we rechtsaf. Begint daar maar eens aan. Dit is geen trektocht maar een zoektocht.

Voor de afwisseling eens een wijngaard langs de route.

Tegen september plukklaar.

Nu dalen we af naar de “rio Gualdalfeo” .

Wie goed kijkt, wat wij soms vergeten, ziet op de tak van deze stronk een rood-wit teken. Aanwijzing van GR7.

2 weken rugzak eisen hun tol. (fysisch en niet psychisch zoals ik sommigen hoor denken)

Had gehoord dat in Spanje de huizenmarkt in 2009 is ingestort, maar dat het zo erg was…

De bruggenmarkt gaf geen krimp maar deze brug mag in de zomer gerust op verlof.

Door wit-rode aanwijzingen gedwongen steken we de brug toch maar over  en dalen direct in de “Rambla de Ablayar”

De oever van de zowat droge rivierloop is wild begroeid en het is  niet altijd gemakkelijk om er vooruit te geraken. Hoe deze bedkaders hier geraakt zijn, in the middle of nowhere.????

Hier en daar nog een plas of poel met resten van rivierwater zijn broeinesten van muggen en ander ongedierte.

En dan gaat het omhoog, in de tocht is een lus verwerkt om Lobras aan te doen. Met dreigende wolken boven ons twijfelen we even om niet onmiddellijk voor de eindbestemming te kiezen.

We kiezen echter om de volledige tocht te wandelen.

We hebben er geen spijt van, het gaat flink omhoog maar het kader waarin dit gebeurt vergoelijkt veel.

Bijna waren we er voorbij zonder hem op te merken. Deze dorsvloer kwijnt langzaam weg of  integreert zich met de omgeving en haar begroeiing..

Eens in Lobras breekt het wolkendek open.

Lobras opnieuw een bergdorpje met zo dat eigen karakter.

De gemeenschappelijke wasplaats wordt nog gebruikt.

Deze brave loebas houdt zich gedeisd maar ontsnapt toch niet aan ons kodaksken.

We drentelen, wat moe van de laatste helling, verder door het wit dorpje.

Het kerkje,niet helemaal wit , een uitzondering op een regel die haast in gans Andalusië geldt.

Pottekensmarkt, misschien wat naïef maar vooral fris en vrolijk.

Aan herstellingswerken geen gebrek een cementmoleken is hier geen luxe.

Plooien voor de natuur!!

Al snel verlaten we dit klein dorpje langs een gewone geasfalteerde baan.

Hoe ze het voor elkaar  krijgen om met dit klimaat, waar er tijdens de zomer haast geen druppel regen valt, groenten te telen? Irrigatie en nog eens irrigatie. Via kleine beekjes en aangelegde kanaaltjes wordt het water naar de juiste plaatsen gevoerd.

Stokrozen fleuren het wat dorre perk op.

Magnolia in bloei op de vooravond van de zomer, kan je je bij ons niet indenken.

Opnieuw volgen we een single-track terug naar het punt waar we de Rambla de Ablayar verlieten.

Stekelig mooi.

Piaggio, niet zo uitdrukkelijk aanwezig als in Italië, maar ook in de Sierra Nevada is dit vespa-derivaat van groot nut.

We maken een grote sprong en zijn terug aan de Guadalfeo. Ik kan jullie geen foto’s tonen van een moeilijke steile klim of het ontwijken van doornen allerhande enz… Waarom niet? Wel voor het wandelen zijn Veerle en ik tot de volgende verdeling van taken gekomen. Het dragen van rugzak en navigatie is mijn zorg, zij zorgt voor foto’s en het stoppen onderweg. Nu heeft zij in Lobras van het boerken, dat we daar bezig zagen, een mooie magnolia gekregen. Dus foto’s… ’t zal voor morgen zijn. Bij gebrek aan vaas ging de magnolia met stengel in de drinkbus. Het is nu begin augustus en ik ben nog aan de imodium!!! Wat de brug betreft, door de hevige regens dit voorjaar is het vorige exemplaar weggespoeld. Gelukkig werd er door middel van 2 boomstammen een noodbrug geïmproviseerd en kunnen wij voort. Bloemen op kop.

Eens aan de overkant zijn we snel terug aan ons beginpunt en komt opnieuw een mooie wandeltocht tot een eind.

Voor ons avondmaal zakken we af naar Cadiar, waar dit zwaluwjong zich opmaakt voor de korste nacht van het jaar. Zwaluwen bij de vleet trouwens in deze streek op sommige moment echt overweldigend. Morgen is het ZOMER!!!!

Sierra de Mecina (verlof Andalusië juni 2010)

Vrijdag 18 juni 2010

Het wandelen in de Sierra Nevada bevalt ons steeds meer. Anita onze sympathieke gastvrouw vertelt ons van een mooie wandeling die zij de vorige dag maakte.  Wij halen in de leeszaal van El Paraje de roadmap op en rijden met ons A-ken naar Cortijo Panjuilo een gehucht (7-tal huisjes) van Ferreirola.


Van hieruit start onze tocht

. Deze route is samengesteld uit een deel Ruta Medieval (geel-wit) en de GR 142 (rood-wit) al meteen volgen we de aanduidingen.Zij zullen ons door de Taha-vallei en de dorpjes Ferreirola en Fondales brengen. Zo’n 12,3 km lang of een goede 4 uur wandelen.

De aanduidingen brengen ons op dit breed karrenspoor en langs een ruïne.

Escarihuela de Ferreirola is een snel dalend zigzaggend ezeldrijverspad.

Dit pad is eeuwenoud en erkend als werelderfgoed.

Aan de overkant van deze vallei gaat de Escariheula opnieuw hogerop. Hebben jullie ook al een draaierig gevoel?

We dalen de vallei dieper in en steken de Rio Trevelez over. Een paar stappen verder de “Fabrica de Luz”, verlaten molen? Het is niet goed uit te maken waarvoor deze bouwval vroeger diende.

De nieuwe bestemming, gastheer voor al deze flora, lijkt me ferm mee te vallen.

De route voert ons nu langzaam stijgend naar Ferreirola. Weerom vinden we een dorsvloer of te “era” op onze weg.

Wat lager opnieuw een bouwval, lijkt op een sloep.

Omhoog zien we dan deze frêle omheining.

We stappen flink door tot deze mooie “Fuentes de Salud” Het water van deze bron is rijk aan ijzer en koolzuurhoudend.

De tegeltjes die deze bron opvrolijken brengen ons het verhaal hoe van druiven wijn gemaakt wordt. Tja, kwestie van water in uwen wijn te doen zeker!!

Na al dit moois komen we in Ferreirola. De openbare wasplaats, mag niet ontbreken in een dorpje van de Alpujarras dat zichzelf respecteert.

Dit exemplaar is nog steeds in bedrijf.

Laat ik jullie even meenemen op een kleine wandeling door dit mooi dorpje. Beginnen we met dit kerkje?

Ook hier zien we veel bloemen in het straatbeeld.

Soms waar men ze niet direct verwacht.

Ambachtelijk en daardoor, ik herhaal mezelf, zo echt zo puur.

We keren terug naar de vallei en richten onze schreden naar Fondales.

Het pad loopt nu vlot en brengt ons langs velden en  bosjes naar…

Fondales…, volgen jullie?

Medieval!!!

Waar hebben we dat nog gezien?

“Jabon artesanel ” wast witter dan wit!!!

Hier zijn we even “t noorden kwijt geraakt.

Kalebassen?

Fuente de Fondales, ook ijzerhoudend en…

…deze keer met liefdesgedichten, mooi toch?

La montagne c”est belle

We verlaten dit lieflijk dorpje langs de obligate wasplaats.

Ons bergpad wordt, op weg naar de oude romeinse brug, wat ruwer.

Na flink wat klimwerk komt de brug in ’t vizier.

Geen reling om direct eens tegen te gaan leunen.

Zeker niet als je ziet hoe diep de Rio Trevelez hier ligt.

Aan ruïnes is er in de streek ook geen tekort.

We volgen nog even de loop van de Trevelez en beginnen dan onze klim uit de Taha-vallei.

Even voor de top een recente boerderij. Er is geen ziel te bespeuren…

…op deze geit na. Deze sukkel met gezwollen en ontstoken uier zoekt in het portaal beschutting tegen de blakende zon.

La montagne c”est dure!!!

Van hier heb je normaal gezien een prachtig zicht op de hoogste toppen van de Sierra Nevada. De mist zorgt dan weer voor sfeer.

Het steile bergpad gaat over in trager klimmend grindweg.

Deze rotsen torenen boven het dennenbos uit.

Deze tocht is een lus, als we het einde naderen zien we de ruines en het pad waar het allemaal begon.

Cortijo Panjuilo lacht ons toe, het einde van een vrij zware tocht is inzicht.

Wat een geluk dat we met ons A-ken terug naar El Paraje kunnen. Deze tocht is tot nu toe veruit de zwaarste maar met lengtes ook de mooiste. De “Escarihuela de Ferreirola” is een mooi pad evenals zijn tegenhanger aan het einde van de Taha-vallei. Ferreirol en vooral Fondales zijn pittoreske dorpjes met een uniek en sterk karakter.  De ruïnes, oude bruggen, steile bergwanden, boomgaarden  zijn ingrediënten voor een onvergetelijke namiddag in het hartje van de Sierra Nevada.

Al pueblo por la pista (verlof Andalusië juni 2010)

Zondag 13 juni 2010

Na onze inspanningen van gisteren tussen Timar en Juviles besluiten we vandaag het wat kalmer aan te doen. Ik zoek in de wandelmap van El Paraje naar een kortere tocht. De bedoeling is om kort na de middag terug te zijn daar er regen voorspeld wordt. Walter raadt ons tocht 5 aan. Al pueblo por la pista. Naar het dorp langs de onverhard weg. Op de kaart toont hij mij hoe we een moeilijker stuk kunnen vermijden. Na al de regens van het voorjaar en de strenge voorbije winter, weet hij niet zeker of de oversteek van de Barranco de Caïro goed te doen is.

We vertrekken opnieuw vanuit El Paraje. Over een brede pista gaat het vlug omhoog.

In de verte een vrij modern gebouw, eerder raar op deze hoogte.

Bomen komen, bomen gaan…

Ondanks de hoogte heeft het hier veel van een heidelandschap.

Ietwat voor de Barranco de Caïro hebben we enkele ontmoetingen. Een loslopend paard dat we stilletjes voorbijsluipen. Veerle heeft het zo niet voor onze edelste verovering als die losloopt. Vervolgens komen we langs deze woonst. In tegenstelling van de jonge hond…

…die ons nieuwsgierig aanstaart, is de bewoner nors en gunt ons geen blik. Ik kan er inkomen als je je dagen in deze berghut moet slijten je het niet zo hebt voor toeristen.

Ondertussen is het een dikke trui koeler geworden en wordt de lucht(niet de homo wandelarus) alsmaar dreigender.

Toch blijft de omgeving aantrekkelijk.

Plots horen we een gek geluid. Het komt van schaapbellen. Een kudde glijdt als een zwerm over de velden opzoek naar wat gras.

Wat later kruisen we hun pad.

Hun begeleider is gemuilkorfd.

Inmiddels hebben wij de afdaling naar Bérchules ingezet. Ook dit veulen kan zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en komt naar ons toe. Dit exemplaar zit veilig achter een omheining. Veerle kan dit ten zeerste appreciëren.

Typisch voor de streek deze schouwen met hoedjes. Even verdenk ik de plaatselijke bevolking om er een schepje bovenop te doen en er een paar dummy’s tussen te plaatsen. Niet mooi van mij. Verwend als we zijn beschikken wij thuis over een centrale  verwarming. Maar hier hebben verschillende kamers hun kachel of stoof en zodoende ook hun eigen schouw. Bij deze excuus.

Veerle valt voor de tegels waar mee ze hier hun ingangshal versieren.

Proper en net.

We wandelen verder en stoppen op het dorpsplein om in een café een carraghilio (koffie met anijs) te drinken. We zitten nog maar juist als er een hevig onweer losbreekt. Zie ook hier de tegeltjes rondom.

Na de stortbui keren we terug langs de A 4130 en hopen zo snel terug in El Paraje te zijn alvorens de hel opnieuw losbreekt. Onderweg zien we dat de schapen ook goed en wel in hun schaapstal zijn toegekomen.

Juist buiten het centrum een gerestaureerde dorsvloer die zowel als mirador (uitkijk) dient als landingsplaats voor helikopters. Van hier is het nog maar even tot El Paraje ons veilig nest hier in het hoge Sierra Nevada.

Ondanks het mindere weer hebben we weer volop genoten van deze tocht. Het vrij gemakkelijk parcours maakte dat we gezellig konden keuvelen en genieten van het mooie landschap. We zagen een loslopend paard, een kudde schapen en heel verrassend een vos achtervolgd door een waakhond.  De bergen en zijn bewoners ze zijn zo puur, zo echt.

Timar por los Riscos (Verlof Andalusië Juni 2010)

Zaterdag 12 juni 2010.

Onze eerste week in Andalusië zit erop. We hebben het naar onze zin hier in El Paraje. We gingen al 2 keer naar Granada.  Ook hebben we al eens een keer lekker genikst. Lui in een zetel, verzonken in een spannende triller. Waarom lukt dit thuis bijna nooit? Vandaag trekken we de stapschoenen weer aan.

Timar por los Riscos.  Naar Timar via de steile heuvels dat lijkt ons een uitdaging. Ik zet dan ook voor alle zekerheid mijn strooien hoedje op(aanwinst uit Granada) . De rugzak dient, buiten het meenemen van proviand en drank, ook om met beide voeten op de grond te blijven. We zien wel.

De tocht start in El Paraje en we lopen de toegangsweg uit.

Even voorbij Walter, onze gastheer, die naarstig de zijkanten van deze weg kortwiekt. Hij merkt ons op dat de afdaling van los Riscos enige vaardigheid eist.

Veerle, in haar Lara Croft-outfit, ziet er ongelooflijk vaardig uit.

We volgen een geitenpad langs de A-4130.

Wat verder steken we deze A-4130 over en moeten langs een stort van bouwafval.

Maar snel zijn we weer in volle natuur.

We klimmen langzaam hoger en zien in de verte Juviles.

We volgen de heuvelkam en staan plots oog in oog met los Riscos. Om een idee te geven van de hoogte waarop we zitten. Wie goed kijkt tussen de 2 onderste heuvelpieken ziet een rijbaan die naar Timar gaat dat wat verderop ligt. Nu start de fameuze afdaling. Inderdaad deze gaat door open terrein en vraagt voortdurend concentratie om niet uit te glijden en zodoende een nieuw afdalingsrecord van de “cerro de los Riscos” te vestigen.

Deze schoorsteen is een overblijfsel van de Minas de Retama een fabriek waar kwiksulfide uit vermiljoen werd gewonnen.

Aan overblijfselen geen gebrek, heb het wat moeilijk om me hier industriële activiteit voor te stellen ook al was dat begin vorige eeuw.

Timar, zoals alle dorpjes hier, wit en tegen de bergwand geplakt.

Het plaatselijk dorpskerkje ligt op de “E4-GR7” de langste wandelroute van Europa,
9000KM klaar? Start!!!

Wat lager dan de baan waarop wij lopen is een man zijn moestuin aan het bewerken. Een hele klus want de grond is hier vergeven van stenen en stokken.

Honden hebben een speciale status in Andalusië en bijzonder in de Alpujarras . Ze lopen meestal vrij rond en storen zich weinig aan het voorbijgaand verkeer.

Bij het naderen van de begraafplaats van Timar trekt dit bouwwerk onze aandacht. Resten van de andere kwiksulfidefabriek?

We zijn echter meer gecharmeerd door deze dorsmolen. Zien we hier een overblijfsel van een verdwenen zelfredzaamheid. Door de hoge bergen met zijn moeilijke verbindingen en dus verplicht op zichzelf aangewezen, moesten deze dorpjes hiervoor  de gehele voedselproductie zelf instaan.  Met een beperkt aanbod tot gevolg maar wel wars van alle chemische bewaarproducten (op zout na).

Ook de begraafplaats hult zich in het obligate wit, wat de wolken betreft is het een paar andere mouwen. Dit terwijl Veerle me nog eens goed heeft ingesmeerd tegen zonnebrand. Hier nemen wij de Ruta Medieval naar Juviles.

Op een  enkele plaats na, waar het door een verzakking wat minder vlot gaat, is het leuk klimmen op deze route. Prachtige vergezichten, we hebben een zestal gemzen gespot. Is het de zonnebrandcrème in mijn ogen?  Ik weet het niet, maar ik meen een hoofd te zien in deze rotsblok.

Een stevige klim brengt ons aan de rand van Juviles.

Met een mooie kerk.

Maar vooral met enkele bars. Ja U ziet het goed, een krachtige tred, ondergetekende is niet te stuiten…

…en zal deze ruimte niet verlaten alvorens “una cerveza grande” gedronken te hebben. Er moet nogal wat stof en zonnebrandcrème doorgespoeld worden!

Het gerstenat is ,dankzij een grote keel of mond of beiden, snel doorgespoeld. We vervolgen onze klim langs deze wasplaats. Dit is ook een constante, haast elk dorpje heeft zijn gemeenschappelijke wasplaats.

Een mini-tractor haast de enige manier om mechanisch het land te bewerken op deze hoogte.

Enkele hoogtemeters verder worden we weer opgeslorpt door de natuur. De ietwat ruwe, authentieke schoonheid van deze streek heeft ons al een tijdje in haar ban.

Verdeel en heers!

Langzaam drijft er lage bewolking over. Nog een constante, telkens Veerle me met producten tegen zonnebrand te lijf gaat heeft dit het verdwijnen van de zon tot gevolg. Nogal doeltreffend die crèmekes en andere oliekes.

Tja!!! vindt daar maar eens een redelijk onderschrift voor!!!!!! Toch blij dat het niet in mijn rugzaksken kan.

Geen bergtocht zonder bergbeek, naar het schijnt heeft het drinken van het water van zo’n beek een miraculeuze werking op de peristaltische beweging van de dikke darm.

Duidelijk de weg naar ruïne ingeslagen. Zo komen we er geregeld tegen, hier in de streek. Telkens blijf ik met vragen, hoe moet het leven hier voor de vroegere bewoners geweest zijn?

Ge probeert dan jaren een respectabele blog op poten te zetten, bulkend van interessante en serieuze gegevens!!!

Vorige foto liet het al verstaan, we zijn terug thuis. Dat is ook hoe we ons in El Paraje voelen THUIS!!!

Wat de tocht betreft:

Ja ze was bijwijlen moeilijk, steile afdalingen in los gesteente zoals Cerro de los Riccos vragen een sterke concentratie en een goede conditie. Dit laatste is door onze voorliefde voor fietsen en duurlopen geen probleem. Maar zoals bij het fietsen wordt de inspanning ruimschoots beloond met mooie vergezichten. Maar nog meer dan bij het fietsen kan je van de omgeving genieten, door de lagere snelheid heb je meer oog voor details. Je hoort het bergwandelen is duidelijk ons ding. We hebben 12,7km genoten.

Las Acequias de Berchules (Verlof Andalusië juni 2010)

Maandag 7 juni 2010

Inmiddels zijn we al de derde dag in El Paraje. Stilletjesaan begint het ons te dagen. Dit wordt geen fietsvakantie. We zitten hier in het hooggebergte. Bérchules ligt  zo”n 1380 meter hoger dan de zeespiegel.  Verder dient er zo’n goed uur gedaald worden om uit de Sierra Nevada te geraken. Onze fietsen gaan wat op stal. Walter onze gastheer weet ons te overtuigen en we rijden naar Cadiar. Aldaar kopen we ons ieder een stevig paar “botinnen”. We wachten tot na 18u als de grootste warmte voorbij is om naar Bérchules te rijden. Gewapend met een kaart uit de map die beschikbaar ligt in El Paraje starten we onze eerste bergtocht.

Dit sterk stijgend straatje (de streek is er hier van vergeven) is het begin van een plaatselijk “sendero” .

We stijgen snel het dorp uit, ondanks dat onze conditie door de intensieve training er mag zijn, puffen we snel van de warmte en de ijle lucht op deze hoogte.

In diezelfde warmte en zuurstofarme lucht zwoegt een ganse familie voort in het opbinden van planten.

Het leven in de bergen is niet altijd om te lachen.

Mastin Espagnol, niet om zonder handschoenen….

De wandeling voert ons langs ouder buiten gebruik zijnde bouwsels.

en zijn ze dan al in gebruik dan zijn ze zo mogelijk nog vreemder. Lijkt me wel niet het leukste plekje om je boterhammetjes binnen te spelen.

Soms is het toch zoeken, ondanks een nauwgkeurige beschrijving.

Na een uurtje klimmen en klauteren bereiken we het eeuwenoude irrigatie-netwerk

We blijven deze kanaaltjes volgen.

De natuur is hier wondermooi, het lijkt hier nog volop lente.

Mooie vergezichten…

…klaterende bergbeekjes.

Overblijfselen van een herderswoning of stal, wie zal het zeggen?

Distels, met hun paarse bloemen lokken ze bijen en andere insecten. Zoals onze benen en armen.

Ook deze klaproos maakte de tocht naar boven.

Ondertussen voert het pad ons terug naar Bérchules waar we samen aankomen met deze berggeiten.

De avond brengt koelte en dit lokt mensen naar buiten om wat bij te praten.

Maria kan hier ook op een stevige aanhang rekenen.

Nog even onze garmin uitdoen en deze mooie tocht zit erop. Om te beginnen was dit een leuke tocht. We zijn even het spoor bijster geraakt maar hebben in grote lijnen deze bergwandeling afgewerkt. Wat hebben we genoten dit vraagt naar meer.

Schoorsteen typisch voor de streek.

Over deze tocht kan je meer te weten komen op de site van El Paraje. Het is wandeling 21.

Casa rural El Paraje (verlof Andalusië juni 2010)

Donderdag 3  juni 2010 tot zaterdag 5 juni 2010

Na een druk voorjaar, met onder meer de zware voorbereiding op een marathon, is begin juni het moment gekomen om op verlof te vertrekken. De 20 km van Brussel zindert nog na in onze kuiten als we in ons A-ken stappen en op weg gaan naar Andalusië in het zuiden van Spanje.

Een dikke 650 km verder draaien we de parking van een Etap-hotel in Poitiers op. Hier brengen we de nacht door.

Een dag en zo’n 8OOkm later herhalen we dit scenario in Valladolid maar nu is het de parking van het plaatselijk Ibis-hotel.

Het hotel wordt geflankeerd door deze nakomeling van de Eiffeltoren.

At your service.

Via dit landweggetje bereiken we de volgende dag….

…in een prachtig natuurgebied!

Met  een eeuwenoude dorsvloer….

…als terras!

Geflankeerd door een gezellige eethoek.

Casa rural El Paraje.

Deze bed and breakfast wordt gedurende 3 weken onze thuisbasis van waar wij de Sierra Nevada, de Alpujarras en Andalusië gaan verkennen

Binnenkort maken we jullie deelgenoot van onze belevenissen in deze prachtige streek.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: