Rondom Bourdenne (Verlof Bourdenne 8 en einde)

Vrijdag 11 juli 2008

Bourdenne is een gehuchtje van Saint-Germain de Lusignan we hebben er een gîte gehuurd.  Vanhier trekken we erop uit. We verkennen steden. Bordeaux, La Rochette, Saintes, Angoulème en op het nippertje Royan. Maar de geest van deze blog getrouw, breng ik verslag van de fietstochten die we er maakten.

Vlaamse feestdag, hier niets van te merken integendeel onze laatste volledige vakantiedag in Charente-Maritime en dat is direct niet om te feesten. Onder een bewolkte hemel rijden we naar Royan.

Van de 11de tot 13de juli is Royan de haven waar de “tour de France à la voile” aanmeert.
Elk jaar is er een wedstrijd voor zeilers dat naar analogie met de tour de France voor fietsers Frankrijk rondgaat. In dit geval de kusten van Frankrijk. Voor ons is het een beetje een afknapper. De boten, waar het ons om te doen is, varen slechts omstreeks 20u binnen. Het meereizend publicitietscircus houdt niet veel in. Na de stad verkend te hebben en enkele aankopen verricht keren we terug naar Bourdenne.

Daar besluiten we dat een fietstocht de beste manier is om dit geslaagd verlof af te sluiten. We nemen het baantje achter onze gîte en fietsen op het goedvallen uit voort. Een grintbaantje brengt ons naar een statig herehoeve annex kapel.

Langs veld- en boswegels komen we bij Luzac.

Daar willen we het kasteel bezichtigen en er foto’s van nemen. Maar door het late uur, we kennen blijkbaar geen andere uren meer, is het domein afgesloten en van het kasteel geen glimp te bespeuren. Dan maar weer het bos in. De weg is hier heel ruw en Veerle vreest opnieuw lek te rijden. Terug op verhard volgen we garmin die ons, over verhard wegdek,

naar Clion-sur-Seugne brengt. De Seugne staken we in het bos al over.

Clion-sur-Seugne is een klein dorpje van een kerk, Mairie (gemeentehuis) en enkel huisjes.

Twee pedaalslagen en je bent er door. Dit dorpje heeft echter ook een museum waar meer dan 1000 werktuigen te bewonderen zijn. Toch ook dit is, wegens het late …, gesloten.

Dan maar verder naar Guilinières. Hetzelfde soort dorp, zonder museum, maar met grote boerderij rechtover de kerk. Alvorens de foto’s te bekijken eerst een filmpje dat voor ons een raadsel ontsluiert…

Nog 2km, de D2 kruisen en we zijn opnieuw in onze gîte.

Dit klein fietstochtje (19km) bezorgde ons opnieuw verschillende verassingen. Mooie hereboerderijen tussen uitgestrekte velden.

Kleine riviertjes die door bossen stromen.

Deze landelijke streek heeft ons een prachtig verlof bezorgd.

Het is met wee gevoel dat we onze koffers beginnen te pakken. Nog nooit was een verlof zo snel voorbij.

Van Floriac naar Talmont-sur-Gironde (Verlof Bourdenne 7)

Woensdag 9 juli 2008

Bourdenne is een gehuchtje van Saint-Germain de Lusignan we hebben er een gîte gehuurd.  Van hier trekken we erop uit. We verkennen steden. Bordeaux, La Rochette, Saintes, Angoulème en op het nippertje Royan. Maar de geest van deze blog getrouw, breng ik verslag van de fietstochten die we er maakten.

Vandaag belooft het weer een mooie zonnige dag te worden. Geen wolkje aan de hemel. We starten langzaam. Ontbijt in de tuin en daarna wat lanterfanten, lezen en ander tijdverdrijf. Om 15u besluiten we dan toch een fietstocht langs de oevers van de Gironde te maken. De fietsen staan nog op ’t dak we zijn dan ook snel in Floriac vanwaar onze fietstocht start.


Al meteen is het flink klimmen geblazen.

Dit lijkt wel de valleitjesroute aan de Gironde te zijn (ook hier staan er windmolens langs het parcours).

Het blijft stijgen en dalen naar Montagne-sur-Gironde.

Buiten dit dorpje steken we via een veldweg, onverhard en wellicht de boosdoener die voor een lekke band zorgt, een heuvel over.

Hier krijgen we een eerste uitkijk op de Gironde, die hier nog enorm breed is.

Maar wat een mooi zicht. We naderen nu de boord van de Gironde en fietsen zo via Chenac-Saint-Seurin-d’Uzet (ge zult daar maar wonen en in ’t eerste studiejaar zitten!!!) waar buiten een klein aanlegsteiger er weinig te zien is.

Over een golvend parcours gaat het verder naar Talmont-sur-Gironde. Nog kruist een windmolen op ons pad. Zien wij er zo Don Quichotte uit?

Juist voor het binnenrijden slaat het noodlot toe. Veerle’s achterband is gans leeggelopen. Lek dus, erger nog, blijkt de reserveband even lek. We hebben geen keus en herstellen beide binnenbanden.

Door dit onvoorziene oponthoud is het 20u voorbij als we Talmont-sur-Gironde binnenrijden.

Het afficheert zichzelf als één van de mooiste dorpjes in Frankrijk. Nu dit zou kunnen kloppen, kijk zelf maar op de verschillende foto’s die we er namen.

Zo kondigt Talmont-sur-Gironde zich aan, moet er nog sfeer zijn?

Doorgangetje

Buiten grafzerken, ook massa’s stokrozen.

Hier ligt het kerkhof vlakbij de kerk, dit is in de streek eerder uitzonderlijk.

Dit fotograferen vraagt ook de nodige tijd. Daardoor besluit ik om terug te rijden via Arces-sur-Gironde naar Cozes. Dit gedeelte tussen de weidse velden is nog vrij aangenaam,

vooral door de ondergaande zon die met haar speciaal coloriet deze velden een aparte tint geeft.

Maar eens in Cozes draaien we de D 730 op. Dit is een vrij smalle departementale, op dit uur is het er niet zo druk. Vooral de zware voorbij denderende vrachtwagens worden ons bespaard. Maar het overblijvend verkeer rijdt, zeer snel en soms zeer dicht, voorbij. De zon is inmiddels achter de kim verdwenen en onder een roze-purperen gloed vervolgen wij onze weg zo’n 15km ver. Voor alle zekerheid zetten we onze led-lampjes aan, om knipperend aan te geven dat wij ons ook op deze weg bevinden. Het is met een flinke zucht van verlichting dat we deze gevaarlijke weg verlaten.

Zelfde molen als in het begin, zo’n 5u30 later.

Er dient nog een fikse kuitenbijter bedwongen te worden alvorens we in Floriac ons A-ken terugvinden. Ondanks de lekke band en het vrij zwaar parcours was dit weer een prachtige tocht (47km lang). Talmont heeft ons zeer aangenaam verrast. Dit mooi dorpje dient zeker bezocht als men in de streek vertoeft. Voor fotografen is het hier een paradijs. Fietsers dienen tegen een stevige klim te kunnen maar blijf weg van de D 730. Er is zoveel meer te beleven langs de kleinere deparmentalletjes.

Côte Sauvage (Verlof Bourdenne 4)

Zaterdag 5 juli 2008
Bourdenne is een gehuchtje van Saint-Germain de Lusignan we hebben er een gîte gehuurd.  Van hier trekken we erop uit. We verkennen steden. Bordeaux, La Rochette, Saintes, Angoulème en op het nippertje Royan. Maar de geest van deze blog getrouw, breng ik verslag van de fietstochten die we er maakten.

In tegenstelling met het nummer op de boeg, een bescheiden sloep in de jachthaven van la Tremblade

Côte Sauvage, wat moeten we ons daar bij voorstellen. Wilde beesten, nog niet ontdekte stammen? Nee een ongeveer 20km lang bos, woud “Forèt Domaniale de la Coubre” langs de atlantische kust. Het is merkwaardig want ongeveer 20km lang is dit natuurgebied onbewoond. Daarin een goed onderhouden fietspad. Ja een goed verstaander heeft het al begrepen, meer hebben we niet nodig om er naartoe te rijden. We parkeren ons A-ken in Ronce-les-bains vlakbij de start van het pad dat fietsers en wandelaars delen.

De naam van dit dorpje laat het al vermoeden, dit is een badstadje dat het vooral van de toeristen moet hebben.

Het hoogseizoen is hier juist gestart en in grote drommen komen de caravans, mobilhomes en andere volgestouwde voertuigen aangereden. Zonnebrillen lachen ons overal toe, mooi. Deze drukte verdwijnt eens wij het fietspad opdraaien. We delen Kilometers ongerepte natuur met een sporadische wandelaar,

20km heen en nog eens 20km terug, vragen nogal wat doorzetting. Zo’n driemaal wordt de rust verstoord door toeristen die van parkeerhavens naar de “plages” stappen.

Door een aanwijzing naar “Le Phare” laten wij ons ook verleiden om richting plage te fietsen. Van “Le Phare” geen lichtspoor te bespeuren. Dan kieken wij maar de Atlantische oceaan en de duinen die hier haar kust omzomen, alvorens ons fietspad weer op te zoeken.

Zo’n 12-tal kilometer verder, in “Pointe de la Courbe” krijgen we dan toch de statige kustwacht in het vizier.

Hij luidt meteen het naderende einde van de “Côte sauvage” in. In “La Palmyre” verlaten we de kust en rijden, nog steeds door bosrijk gebied naar les Mathes.

We verkiezen, eerder dan op onze stappen terug te keren, via het achterland terug te fietsen. Les Mathes ligt spoedig achter ons.

Langs Alvert, een klein dorpje zonder meer,bereiken we “La Tremblade”. Hier bekoort een klein jachthaventje ons om enkel foto’s te schieten.

Daarna is het snel terug aan het beginpunt. 19 uur, vlug de fietsen op ’t dak. Tegen onze gewoonte in, zijn we voor donker thuis. Wie in de streek van Charent-Maritime verzeild geraakt moet eens het pad dat door de Côte Sauvage loopt afleggen. Met de fiets is het vlot te doen. Wij hadden 40km op de teller, en het parcours is vrijwel steeds vlak. Na de 20km is het aangewezen om langs het binnenland terug te keren, kwestie van de eentonigheid wat te doorbreken.

Naar Jonzac (verlof Bourdenne 1)

Zondag, 29 juni 2008

Bourdenne is een gehuchtje van Saint-Germain de Lusignan we hebben er een gîte gehuurd.  Van hier trekken we erop uit. We verkennen steden. Bordeaux, La Rochette, Saintes, Angoulème en op het nippertje Royan. Maar de geest van deze blog getrouw, breng ik verslag van de fietstochten die we er maakten.

Om 9u brood gaan halen, Jonzac ontdekt. Wat een mooi stadje. Na het eten en het installeren van wat extra tafels in de tuin fietsen we om 11u naar Jonzac. Eerst moeten we Saint-Germain de Lusignan door.

Veerle kan het niet laten om snel een spoorweg te kieken

Daarna gaat het snel naar Jonzac. Dit mooie bankgebouw zet al onmiddellijk de toon.

We rijden door richting centrum. Enkele leuke details trekken onze aandacht.


Zij zijn de voorbode van het volgend idyllisch plekje aan de “Seugne”,

We verliezen alle tijd uit het oog en het duurt dan ook even voor we verder fietsen. Op een lichte heuvel staat het gemeentehuis “Hotel de Ville”. Dit blijkt een echt kasteel te zijn (het bestaan ervan gaat terug tot 1059).

Voor dit prachtig stadhuis heb je een mooie kijk op de omgeving, dit brugje smeekt om gekiekt te worden.

Op het langgerekt marktplein is er juist een tentoonstelling van foto’s over Quebec.

We fietsen naar een volgend plein waar Arianne ons met haar toorts verwelkomt.

Onder een brandende zon, af en toe verborgen achter hoge wolken, fietsen we terug. In Frankrijk houdt men eraan de ronde punten op te fleuren met tafereeltjes of monumenten, zo ook hier.

We moeten opnieuw Saint-Germain de Lusignan door. Nu krijgen we echter een ander zicht op het dorpskerkje en de omliggende huizen. Ook dit is zeer mooi.

Na dit kleine oponthoud zijn we “op een ik en een gij ” terug thuis of beter gezegd in onze gîte. Daar kaarten we nog wat na en maken ons gereed om naar La Rochelle te rijden, met de auto deze keer.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: