Côte Sauvage (Verlof Bourdenne 4)

Zaterdag 5 juli 2008
Bourdenne is een gehuchtje van Saint-Germain de Lusignan we hebben er een gîte gehuurd.  Van hier trekken we erop uit. We verkennen steden. Bordeaux, La Rochette, Saintes, Angoulème en op het nippertje Royan. Maar de geest van deze blog getrouw, breng ik verslag van de fietstochten die we er maakten.

In tegenstelling met het nummer op de boeg, een bescheiden sloep in de jachthaven van la Tremblade

Côte Sauvage, wat moeten we ons daar bij voorstellen. Wilde beesten, nog niet ontdekte stammen? Nee een ongeveer 20km lang bos, woud “Forèt Domaniale de la Coubre” langs de atlantische kust. Het is merkwaardig want ongeveer 20km lang is dit natuurgebied onbewoond. Daarin een goed onderhouden fietspad. Ja een goed verstaander heeft het al begrepen, meer hebben we niet nodig om er naartoe te rijden. We parkeren ons A-ken in Ronce-les-bains vlakbij de start van het pad dat fietsers en wandelaars delen.

De naam van dit dorpje laat het al vermoeden, dit is een badstadje dat het vooral van de toeristen moet hebben.

Het hoogseizoen is hier juist gestart en in grote drommen komen de caravans, mobilhomes en andere volgestouwde voertuigen aangereden. Zonnebrillen lachen ons overal toe, mooi. Deze drukte verdwijnt eens wij het fietspad opdraaien. We delen Kilometers ongerepte natuur met een sporadische wandelaar,

20km heen en nog eens 20km terug, vragen nogal wat doorzetting. Zo’n driemaal wordt de rust verstoord door toeristen die van parkeerhavens naar de “plages” stappen.

Door een aanwijzing naar “Le Phare” laten wij ons ook verleiden om richting plage te fietsen. Van “Le Phare” geen lichtspoor te bespeuren. Dan kieken wij maar de Atlantische oceaan en de duinen die hier haar kust omzomen, alvorens ons fietspad weer op te zoeken.

Zo’n 12-tal kilometer verder, in “Pointe de la Courbe” krijgen we dan toch de statige kustwacht in het vizier.

Hij luidt meteen het naderende einde van de “Côte sauvage” in. In “La Palmyre” verlaten we de kust en rijden, nog steeds door bosrijk gebied naar les Mathes.

We verkiezen, eerder dan op onze stappen terug te keren, via het achterland terug te fietsen. Les Mathes ligt spoedig achter ons.

Langs Alvert, een klein dorpje zonder meer,bereiken we “La Tremblade”. Hier bekoort een klein jachthaventje ons om enkel foto’s te schieten.

Daarna is het snel terug aan het beginpunt. 19 uur, vlug de fietsen op ’t dak. Tegen onze gewoonte in, zijn we voor donker thuis. Wie in de streek van Charent-Maritime verzeild geraakt moet eens het pad dat door de Côte Sauvage loopt afleggen. Met de fiets is het vlot te doen. Wij hadden 40km op de teller, en het parcours is vrijwel steeds vlak. Na de 20km is het aangewezen om langs het binnenland terug te keren, kwestie van de eentonigheid wat te doorbreken.

Ile de Ré (verlof Bourdenne 3)

Donderdag 3 juli 2008

Bourdenne is een gehuchtje van Saint-Germain de Lusignan we hebben er een gîte gehuurd.  Van hier trekken we erop uit. We verkennen steden. Bordeaux, La Rochette, Saintes, Angoulème en op het nippertje Royan. Maar de geest van deze blog getrouw, breng ik verslag van de fietstochten die we er maakten.

Citroën Mehari, kan het franser?

Iets na 11u vertrokken, komen we rond 12u30 toe op de grote parkeerplaats voor het hotel-restaurant  Le Belvedère. We hebben er zicht op “le grand pont du Ré”.

Door flink te trappen, er staat een fikse tegenwind, komen we via deze meer dan 3 km lange brug op île de Ré.

Langs een baai komen we in Rivedoux-plage.

In deze baai rusten plezierbootjes en een enkel vissersbootje op de bodem. Deze is vrijgekomen door het terugtrekken van de zee.

Bij vloed kunnen ze zo weer zeewaarts. Ile de Ré wordt doorkruist door fietspaden.

Langs duinachtige velden (we zijn weer omschrijvingen aan het uitvinden) naderen we La Flotte. Op de achtergrond de ruïne van een middeleeuwse abdij. Tot nu toe zijn we nog niet veel met het vrome karakter van de streek geconfronteerd geweest.

In Flotte fietsen we langs het vroegere vissershaventje, thans meer een jachthaven.

Nu keren we landinwaarts richting Saint-Martin-de Ré. Dit is waarschijnlijk het mooiste “village” op dit zoal aantrekkelijk eiland. Onder een oude stadspoort betreden we het dorpje.

Veerle haalt haar hartje op met het maken van vele foto’s van de lieflijke straatjes met de mooie stokrozen.

Toch een mooie kerk gevonden en meteen ook onze serieux !-)

We vervolgen onze tocht en verlaten dit mooie plaatsje door  een stevige stadspoort.

Door het marais gaat het nu naar Ars en Ré. Ineens merken we een witte neef van onze blauwe reiger

Onderweg zien we verschillende oesterboerkes.

Les huitres, die hier gekweekt worden, zijn zeer vers en delicieus. We stoppen eens langs een dijk en verkijken ons op het spel van de grote golven die op de dijk beuken en zeewater doen opspatten.

Dan is het zover na Ars en Ré komt “Le phare des baleines” in zicht het uiterste punt van onze tocht,

met buiten de imponerende vuurtoren ook een prachtig zicht op de Atlantische oceaan. Inmiddels bijna 19u, is het tijd om wat te eten. Onder de schaduw van “le phare” eten we in het “le café du Phare” een lekker vismenu aan een zeer schappelijke prijs. Dit restaurant is een aanrader. Nu gaat het terug. We doorkruisen het marais salé, hier wordt ambachtelijk zout gewonnen. We maken een praatje met een sympathieke zoutboer.


Dit resulteerd in een leuk filmpje,



enkele kiekjes

en van zijn kant een zakje “fleur du sel”. Natuurzout, dikke kristallen met een superieure smaak. Dit alles doet het laat worden. We krommen de rug en peddelen flink door. Toch dit kan niet verhelpen dat het al 22u30 voorbij is en al vrij donker als we opnieuw voor “le pont du Ré staan. Niet geklaagd, dit geeft ons de kans deze pronte brug in het halfduister en onder de schijn van de vele lantarens vast te leggen.

Iets na middernacht staan de fietsen op ons A-ken starten we richting Jonzac en Bourdenne. Wat hebben we genoten, île de Ré is een paradijs voor fietsers. Zowel beginners (steeds vlak) als gevorderden (er kan flink wat afstand afgelegd worden) vinden er hun gading. Tracht misschien het hoogseizoen te vermijden.  Wij fietsten hier op de vooravond van het groot vakantieverlof in Frankrijk en het was al vrij druk.

Je hoeft geen fietsen bij te hebben. In het hotel  le Belvedere zijn er fietsen te huur als ook op verschillende plaatsen op het eiland zelf. Wijzelf komen zeker terug.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: