Van Floriac naar Talmont-sur-Gironde (Verlof Bourdenne 7)

Woensdag 9 juli 2008

Bourdenne is een gehuchtje van Saint-Germain de Lusignan we hebben er een gîte gehuurd.  Van hier trekken we erop uit. We verkennen steden. Bordeaux, La Rochette, Saintes, Angoulème en op het nippertje Royan. Maar de geest van deze blog getrouw, breng ik verslag van de fietstochten die we er maakten.

Vandaag belooft het weer een mooie zonnige dag te worden. Geen wolkje aan de hemel. We starten langzaam. Ontbijt in de tuin en daarna wat lanterfanten, lezen en ander tijdverdrijf. Om 15u besluiten we dan toch een fietstocht langs de oevers van de Gironde te maken. De fietsen staan nog op ’t dak we zijn dan ook snel in Floriac vanwaar onze fietstocht start.


Al meteen is het flink klimmen geblazen.

Dit lijkt wel de valleitjesroute aan de Gironde te zijn (ook hier staan er windmolens langs het parcours).

Het blijft stijgen en dalen naar Montagne-sur-Gironde.

Buiten dit dorpje steken we via een veldweg, onverhard en wellicht de boosdoener die voor een lekke band zorgt, een heuvel over.

Hier krijgen we een eerste uitkijk op de Gironde, die hier nog enorm breed is.

Maar wat een mooi zicht. We naderen nu de boord van de Gironde en fietsen zo via Chenac-Saint-Seurin-d’Uzet (ge zult daar maar wonen en in ’t eerste studiejaar zitten!!!) waar buiten een klein aanlegsteiger er weinig te zien is.

Over een golvend parcours gaat het verder naar Talmont-sur-Gironde. Nog kruist een windmolen op ons pad. Zien wij er zo Don Quichotte uit?

Juist voor het binnenrijden slaat het noodlot toe. Veerle’s achterband is gans leeggelopen. Lek dus, erger nog, blijkt de reserveband even lek. We hebben geen keus en herstellen beide binnenbanden.

Door dit onvoorziene oponthoud is het 20u voorbij als we Talmont-sur-Gironde binnenrijden.

Het afficheert zichzelf als één van de mooiste dorpjes in Frankrijk. Nu dit zou kunnen kloppen, kijk zelf maar op de verschillende foto’s die we er namen.

Zo kondigt Talmont-sur-Gironde zich aan, moet er nog sfeer zijn?

Doorgangetje

Buiten grafzerken, ook massa’s stokrozen.

Hier ligt het kerkhof vlakbij de kerk, dit is in de streek eerder uitzonderlijk.

Dit fotograferen vraagt ook de nodige tijd. Daardoor besluit ik om terug te rijden via Arces-sur-Gironde naar Cozes. Dit gedeelte tussen de weidse velden is nog vrij aangenaam,

vooral door de ondergaande zon die met haar speciaal coloriet deze velden een aparte tint geeft.

Maar eens in Cozes draaien we de D 730 op. Dit is een vrij smalle departementale, op dit uur is het er niet zo druk. Vooral de zware voorbij denderende vrachtwagens worden ons bespaard. Maar het overblijvend verkeer rijdt, zeer snel en soms zeer dicht, voorbij. De zon is inmiddels achter de kim verdwenen en onder een roze-purperen gloed vervolgen wij onze weg zo’n 15km ver. Voor alle zekerheid zetten we onze led-lampjes aan, om knipperend aan te geven dat wij ons ook op deze weg bevinden. Het is met een flinke zucht van verlichting dat we deze gevaarlijke weg verlaten.

Zelfde molen als in het begin, zo’n 5u30 later.

Er dient nog een fikse kuitenbijter bedwongen te worden alvorens we in Floriac ons A-ken terugvinden. Ondanks de lekke band en het vrij zwaar parcours was dit weer een prachtige tocht (47km lang). Talmont heeft ons zeer aangenaam verrast. Dit mooi dorpje dient zeker bezocht als men in de streek vertoeft. Voor fotografen is het hier een paradijs. Fietsers dienen tegen een stevige klim te kunnen maar blijf weg van de D 730. Er is zoveel meer te beleven langs de kleinere deparmentalletjes.

Van Saintes naar Sablonceaux (Verlof Bourdenne 6)

Dinsdag 8 juli 2008

Bourdenne is een gehuchtje van Saint-Germain de Lusignan we hebben er een gîte gehuurd.  Van hier trekken we erop uit. We verkennen steden. Bordeaux, La Rochette, Saintes, Angoulème en op het nippertje Royan. Maar de geest van deze blog getrouw, breng ik verslag van de fietstochten die we er maakten.

Na veel bewolking en geregeld wat regen gisteren, zou het vandaag moeten beteren. We plannen opnieuw een fietstocht. Deze keer is het de streek rond Saintes die we willen onveilig maken. We vertrekken hier om 10u en iets voor 11u zijn we dan ook in Saintes. Ik ben mijn kaart vergeten dus slenteren we wat door Saintes, dat echt een heel charmant stadje is. We nemen wat foto’s waarvan hier een kleine selectie:

Cathedrale Saint-Pierre

Hôtel de ville

le musée de l’Echivinage…

…met op de binnenkoer een leuk tuintje.lijkt mij een waterput

Plaatselijk museum van schone kunsten.

Kleine steegjes met pittoreske huisjes.

justitiepaleis

Geregeld dienen we nog te schuilen voor een bui. Het duurt even voor we het toerismebureau,

wat afgelegen op een grote invalsweg, vinden. Daar is men heel vriendelijk en buiten de kaart krijg ik ook een brochure waar, in het Nederlands, de geschiedenis van Saintes wordt beschreven. Na nog één fikse bui, het is inmiddels 14 uur, fietsen we erop uit. En ja de hemel scheurt open en onder de eerste zonnestralen verlaten we Saintes. Nog even terugkijken op de ‘l église Saintes-Eutrope.

Algauw peddelen we op een kalme departementale tussen de velden.

Varzay is het eerste dorpje dat we aandoen buiten het obligate kerkje zijn er kleine, wat verkommerende, huisjes.

Bij het verlaten van Varsay moet ons garminneken even bijspringen want door werken zijn we even het noorden kwijt. Hij zet ons op koers naar Pisany, waar een oude markthal te bewonderen is.

Daarna is het een hele tijd trappen door de velden tot Nancras.

Het is hier volop oogst. Ik maak er een filmpje van.

Geregeld kruisen we op onze tochten grote graansilo’s.

Zoals zowat overal in Frankrijk worden de velden hier ook besproeid.

Eén zonnebloem maakt nog geen graanveld (of toch?).

In Nancras verlaten we een drukke D 728 om  onze weg, richting Sablonceaux, voort te zetten. In Sablonceaux treffen we een imposante abdij “l’Abbaye de Sablonceaux”.

Dit is het einddoel van onze tocht.


Nu keren we terug naar Saintes. Om zowel een andere weg te kiezen als de overdrukke D 728 te vermijden wijken we uit naar Saint-Sulpice-d’Arnoult. Vandaar rijgen we over kleine zeer kalme banen de mooie dorpjes aan elkaar. Juist voorbij Soulignon doorkruisen we een amôken (klein,soms piepklein gehuchtje) die volgend mooi beeld geeft.

Liefhebbers van oude romaanse kerken komen hier aan hun trekken getuige Nieul-les-Saintes

en St-Georges-des-Coteaux. 


Ook wie een mooie dorpsnaam apprecieert zal zich hier in zijn sas voelen. Op deze wijze zijn we inmiddels Saintes genaderd, even stoppen bij een vriendelijke kruidenier die ons, even voor 20 uur, nog een bus fruitsap en een verkwikkend biertje wil verkopen. Nu zijn we in een mum van tijd terug bij ons A-ken en wat later op weg naar huis, zoals we onze gîte stilletjesaan beschouwen. We hebben er opnieuw een mooie fietstocht, van zo’n 70km, opzitten. Op deze wijze leren we een streek kennen. We zwerven door velden, dorpjes en al eens een echt stadje. Soms voelen we ons in een andere, verleden tijd.

We zwaaien naar boeren, volop bezig op het veld, krijgen een ferme bonjour van toevallige voorbijgangers. We bewonderen de natuur, zien roofvogels boven de pikdorsers vleugelen. Zwaluwen als gek over de velden scheren. Kortom fietsen is, voor ons, zowat de beste manier om op verlof te gaan. Morgen wordt er weer goed weer voorspelt dan trekken we er weer op uit, de boorden van de Gironde dienen dringend verkend.

Naar Pons (Verlof Bourdenne 2)

Maandag, 30 juni 2008

Bourdenne is een gehuchtje van Saint-Germain de Lusignan we hebben er een gîte gehuurd.  Van hier trekken we erop uit. We verkennen steden. Bordeaux, La Rochette, Saintes, Angoulème en op het nippertje Royan. Maar de geest van deze blog getrouw, breng ik verslag van de fietstochten die we er maakten.

Vandaag staat er de eerst serieuze fietstocht, na de verkenningstocht van gisteren zo’n 13km, op het programma om 15u rijden we even tot Jonzac om in het toeristenbureau wat brochures en landkaarten te nemen. Dan gaat het richting Pons langs een drukke smalle departementale (D142), een draak van een weg. Naast de baan is het genieten van het wijds landschap. Een lappendeken van velden ligt uitgerold over de trage hellingen, als bekroning torent er steevast een kerktoren op deze hellingen.

Saint-Georges-Antignac

Useau

Saint-Blaize

Avy

Ondanks het druk en ronduit gevaarlijk verkeer, laten we ons toch verleiden tot het nemen van enkele foto’s. En zo komen we een uur en half later aan in Pons. Werken doen ons omrijden om het centrum en de befaamde, immense donjon te bereiken.Geholpen door een vriendelijke fransman geraken we op het goede spoor en na een nijdig klimmetje staan we oog in oog met het vervaarlijk monument.

Juist ernaast het “Hôtel de Ville”

Hier wordt de rit aangepast. Onder geen beding rijden we via dezelfde weg terug. Een kaart uit het toeristenbureau brengt soelaas. In onze Garmin brengen we verschillende plaatsen in die als aantrekkelijk aangegeven staan. Eerst bezoeken we het Hôpital des pelerins.

Pons is al eeuwenlang een gekende doorgangsplaats op weg naar Compostella.

Op de rotonde, die we voorbijfietsen bij het verlaten van Pons, staan er verschillende pelgrims afgebeeld.

Daar start onze terugtocht, nog enkele kilometers langs de verfoeide departementale om dan af te slagen richting Chadenac. Het kleind dorpje met een heel mooie kerk duikt in de velden op, juist achter het steevast buiten de dorpskom liggend kerkhof. (gaat het schrijven van dit verslag gepaard met het proeven van “pineau de charentes”?)

Dan gaat het via Marignac, met ook een mooi kerkje.

naar Mosnac. Daar is voor de verandering de kerk ook het bezien waard. Frankrijk stond blijkbaar vooraan als Jezeke met de kerken smeet.

Maar we worden echt gecharmeerd door een prachtig kapelletje verloren in de velden.

Eventjes later stuiten we op deze bergbeklimmers die op een avontuurlijke wijze (maar goed beveiligd) de rotsen afdalen.

Gedreven door het late uur en een hongerige maag stevenen we af op Clion sur Seugne. De zon zakt weg achter de horizon en kleurt alles lichtrood. Zo ook deze mooie hereboerderij.

Dit doet ons nog eens stoppen, maar nu leggen we er de pees op en in een mum van tijd zijn we terug in Bourdenne. Wat als een gevaarlijke tocht begon eindigt in een prachtig toer. De kleine baantjes brachten ons langs velden, bossen, beekjes en andere rivieren. Waar we ook niet naast konden kijken is het devote verleden? van deze landelijke streek.

Een dalende zon kleurde dit alles roodoranje. Onze eerste  fietstocht, die naam waardig (60km), is geslaagd, hij smaakt naar nog.

Naar Jonzac (verlof Bourdenne 1)

Zondag, 29 juni 2008

Bourdenne is een gehuchtje van Saint-Germain de Lusignan we hebben er een gîte gehuurd.  Van hier trekken we erop uit. We verkennen steden. Bordeaux, La Rochette, Saintes, Angoulème en op het nippertje Royan. Maar de geest van deze blog getrouw, breng ik verslag van de fietstochten die we er maakten.

Om 9u brood gaan halen, Jonzac ontdekt. Wat een mooi stadje. Na het eten en het installeren van wat extra tafels in de tuin fietsen we om 11u naar Jonzac. Eerst moeten we Saint-Germain de Lusignan door.

Veerle kan het niet laten om snel een spoorweg te kieken

Daarna gaat het snel naar Jonzac. Dit mooie bankgebouw zet al onmiddellijk de toon.

We rijden door richting centrum. Enkele leuke details trekken onze aandacht.


Zij zijn de voorbode van het volgend idyllisch plekje aan de “Seugne”,

We verliezen alle tijd uit het oog en het duurt dan ook even voor we verder fietsen. Op een lichte heuvel staat het gemeentehuis “Hotel de Ville”. Dit blijkt een echt kasteel te zijn (het bestaan ervan gaat terug tot 1059).

Voor dit prachtig stadhuis heb je een mooie kijk op de omgeving, dit brugje smeekt om gekiekt te worden.

Op het langgerekt marktplein is er juist een tentoonstelling van foto’s over Quebec.

We fietsen naar een volgend plein waar Arianne ons met haar toorts verwelkomt.

Onder een brandende zon, af en toe verborgen achter hoge wolken, fietsen we terug. In Frankrijk houdt men eraan de ronde punten op te fleuren met tafereeltjes of monumenten, zo ook hier.

We moeten opnieuw Saint-Germain de Lusignan door. Nu krijgen we echter een ander zicht op het dorpskerkje en de omliggende huizen. Ook dit is zeer mooi.

Na dit kleine oponthoud zijn we “op een ik en een gij ” terug thuis of beter gezegd in onze gîte. Daar kaarten we nog wat na en maken ons gereed om naar La Rochelle te rijden, met de auto deze keer.

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: