Stilaan komen de weergoden tot betere inzichten en krijgen we het klassieke Andalusische weer terug. We zoeken in de wandelmap van El Paraje naar een middellange tocht voor deze namiddag na de siësta. Junta de los Rios lijkt onze een goede keus. 8,5 km lan plus een km heen naar Bérchules en een km terug een 10km moet goed te doen zijn. Daarbij meldt de map ons dat het om een makkelijke tocht gaat met weinig hoogteverschil.
Onze Garmin geeft al zo’n 1,8km aan als we omstreeks 16u Bérchules verlaten langs de Calle del Agua.
De openbare wasplaats. Gezien het onkruid wat in onbruik.
Hier gaat de tocht over naar onverhard. Zo hebben ons botinnekes het graag.
Langzaam maar zeker gaat het hogerop.
Opnieuw vinden we een ronde dorsvloer op ons pad. Typisch voor de streek.
Maar het pad, stilaan wat ruwer, voert ons verder en hoger.
Al vrij hoog en ook hier worden groenten(tomaten en bonen) geteeld.
Op wacht tussen het puin en steengruis, is dit nu een Podenco Ibicenco of een Pharaohond alleszins een mooi beest.
Deze tocht is een “sendero local” deze paaltjes zijn een goede hulp. Lokale wandelingen zijn steeds groen-wit aangeduid. Kleine wandelroutes geel-wit, lange afstandsroutes “GranRecorrido” rood-wit.
Het blijft vlot wandelen, we schieten dan ook goed op en niet alleen met elkaar.
Het pad dat wij bewandelen is een deel van de “Camino a Lanteira”. Dit is een bergpad ooit gebruikt door ezeldrijvers om groenten en fruit uit te voeren. Vandaar deze bouwvallige gebouwen.
Zelfde ruïne dichterbij maar andere hoek. In feite ligt er materiaal genoeg om de nodige herstellingen uit te voeren.
Kwestie van het hoofd koel en de voeten droog te houden.
Was het tot nu toe nog goed te doen dan verandert het karakter van onze tocht sterk. Door de vele regens dit voorjaar zijn hele stukken pad weggespoeld. Nu wordt heel goed oppassen.
Het pad nestelt zich langs het irrigatiekanaal.
Junta de los Rios, de Rio Grande en de Rio Chicho besluiten hier de bedding te delen.
…tot de Fábrica de los Moros een oude ruïne. Nog niet te veel jonge ruïnes gezien.
We zijn nu ver in het Parque Natural doorgedrongen en genieten volop van de massieve bergen rondom.
Ons oog valt op de zwarte bolletjes. Uitwerpselen!
De dader? De geiten lopen hier los hoe dat moet met melken en zo? Ik vraag het mij af.
Steeds weer die mooie gele bloemen.
Mos, klavers en kleine margrietjes een prachtig boeket.
Van bloemen gesproken.
Op verschillende plaatsen is het bergpad verdwenen en meermaals moeten over smalle richels of losliggend gesteente. Soms vrij gevaarlijk. Deze boom heeft het bijltje bij neergelegd. Hij vormt zo een minder gevaarlijke hindernis maar vooral een moeilijke barrière. Eerst erover en daarna eronder gehinderd door de takken.
Eerst kunnen we onze ogen niet geloven.
De verse afdruk van een hoef, hoe geraakt men in godsnaam met een paard of muildier tot hier. We kunnen met moeite geloven dat we hier zelf geraakt zijn. Blijkbaar zijn paarden en muildieren de enigste manier om lasten op deze hoogte te krijgen
Deze exemplaren (Andalusische volbloeden)bevinden zich enkele liters zweet lager.
Volgend ontworteld exemplaar, ligt wel naast het pad wat toch scheelt.
Nog steeds volgen we het irrigatiekanaal, ondanks dat het geregeld onderbroken is samen met ons pad ,staat er soms nog wat water in van de afgelopen dagen. Tot groot jolijt van deze kwaker.
We naderen opnieuw Bérchules en ontmoeten deze jongeling met een stevig hond bij zich. Als ik het goed heb begrepen, mijn Spaans is niet zo best, is deze viervoeter een kruising tussen een Mastino Espagnol en een Chowchow. Stevige kerel.
We naderen de eerste huizen van Bérchules.
Op een ietwat rare manier eindigt deze sendero local. Wat jullie niet zien dat achter mij en achter de muur met de vensters zonder ramen het irrigatiekanaal loopt. een trouwe metgezel op deze tocht.
Wij zetten onze tocht voort langs de nauwe straatjes terug naar El Paraje. Stilaan komen we tot het besef dat we toch een paar grote risico’s hebben genomen en zijn blij dat we het zonder kleerscheuren hebben afgebracht. Verder hebben we wel volop genoten van een prachtige wandeltocht door wondermooie natuur met eigenaardige ontmoetingen allerhande.
De tijd staat niet stil en inmiddels is het al 19u30 voorbij. Wij willen naar Cadiar gaan avondeten en zetten er dus flink de pas in.