Misschien is het jullie nog niet opgevallen maar nogal wat fietsroutes baseren zich op waterlopen. Zij volgen een tijdje de loop via jachtpaden en andere baantjes en verkennen ook de streek omheen de waterloop. Ook de Leiestreekroute volgt dit principe. Geregeld kruist de “golden river” het fietstraject en enkele keren wordt over een kort stukje langs haar oevers gefietst.
Het regent pijpenstelen als we met de fietsen op het dak vertrekken naar de watersportbaan in Gent, waar wij liever dan aan het Sint-Pieterstation op de route inpikken. Het is even droog als wij nog snel een hap binnenspelen en de fietsen van het dak halen.
Onmiddellijk rijden we een kort stuk langs de Leie. Na een kleine jachthaven gaat de route over enkele grote, minder aangename, invalswegen. Eens deze achter de rug doorkruisen wij verschillende villawijken.
Deze zijn veel rustiger en aangenamer om te fietsen. Ondanks het weerbericht “na de middag droog en enkele opklaringen” krijgen we nog meerdere buien te verwerken.
Het eerste deel van deze route brengt ons via lange, soms drukke, verkeerswegen naar Deinze. Op enkele leuke plekjes, boerderijtjes of bossen, na is dit traject niet meteen om wild van te worden.
Deinze zelf brengt ons ook niet in vervoering, alhoewel deze molens langs de vaart toch indruk maken.
In Deinze krijgen we nog een fikse bui te verwerken, deze keer moeten we schuilen willen we niet druipnat onze tocht voor zetten. Daarna verlaten we het stadje en vinden het volgend monument op onze weg. Een verwijzing naar de stokerijen hier in de buurt? Zal wel zeker, vele gebeurtenissen werden (worden) hier bezegend met een drupke. Van de regen in den drup.
Omstreeks 18u begint het uit te klaren en haast tegelijkertijd verandert het landschap. Mooie vergezichten van velden, bossen en pittoreske boerderijtjes (in ’t schoon vlaams fermettekes).
Ook de Leie toont zich nu langs haar mooiste kant.
Ge zou U zelf zo gaan inschrijven in de plaatselijke kunstacademie.
Dit paard heeft het voorrecht hier met ganse dagen langs deze mooie boorden te grazen.
Wat verder in de velden zien we deze grote, uitzonderlijke plant langs de kant. Toevallige voorbijgangers waarschuwen ons deze plant niet aan te raken. Een heel branderige gevoel zou het gevolg zijn. Na wat opzoekingswerk thuis blijkt het de bereklauw te zijn. Deze naam lijkt mij, gezien de aard van het plantje, zeer toepasselijk te zijn.
Ineens duikt tussen de bossen het mooie kasteel van Ooidonk op. Hier kunnen we niet anders dan enkele foto’s te nemen.
Wat inzoomen op dit mooi toegangsbruggetje.
Ook dit bankje tussen het groen wordt dichterbij gehaald.
Deze stevige paal met ketting oogt ook mooi zo in het groen.
Van groen gesproken.
Gaat ineens de poort dicht. Zal met het uur te maken hebben, we worden echt late vogels.
Gauw een vergezicht op het plaatselijke dorpskerkje van Bachte Maria Leerne.
Als deze bomenrij geen uitnodiging is om een kiekje te maken?
Zo gaat dat in zijn werk.
Nog even de toegangspoort, die ook als uitgang dient (toen al multifunctioneel All in one)
Opnieuw kruisen we de Leie, die nogal wat pleziervaarders lokt.
Dan fietsen we Deurle binnen, hier heeft de sluiterknop van onze fototoestellen het flink te verduren.
Bokrijk aan de Leie.
Laat deze doening aan mijn lens niet voorbijgaan.
Verstoppen helpt niet.
Taverne “de oude hoeve”, hier hebben we genoten van een frisse kriek en smakelijke donkere Maredsous. Vriendelijke bediening en gezellig terras. Prijs valt gezien de locatie nog mee.
Door deze kathedraal van bomen verlaten we dit dorpje.
Nu is het hek van de dam, de villawijk die we nu doorkruisen tart alle verbeelding. Dallas, Monaco, de Arabische emiraten aan de Leie (hoor ik hier nog de invloed van den maredsous?). Ongelooflijk grote villa’s met porches, feraris, jaguars of andere sleeën voor de deur en of dit nog niet genoeg is in de tuin een aanlegsteiger voor de speedboot. “Is dit alles echt nodig” vraag ik mezelf af, ik kan het ook moeilijk rijmen met de daklozen die ik elke dag in Brussel zie bedelen.
Dit is het torenhuis waar Albert Servaes jarenlang zijn stek had.
Na al het architecturaal geweld, heeft dit ongedwongen “pink boerderijtje” iets charmant (gezien door een glas kriek?).
Wie regelmatig mijn fietsverslagen leest weet dat ik een voorliefde heb voor landelijke bedrijfjes van weleer. Dit exemplaar is wel prachtig gelegen en lijkt toch goed bewaart, mogelijks is hier nog enige activiteit.
Aan het misprijzen van dit rund kan ik ook niet voorbij zonder er een foto van te maken.
Ruim te laat, na 20u. bereiken we Afsnee. De overzet heeft zijn diensten al zo’n uur en half gestopt. Hier verlaten we noodgewongen de route en fietsen gps-gewijs naar Gent.
Aan het Sint-Pietersstation trachten we in te pikken op de Leiestreekroute. Maar in al de drukte is dit geen sinecure. We volgen dan maar de aanduiding naar de Blaarmeersen
Het aandoen van Drongen is voor een “Leieroute revisited” en hebben jullie nog te goed. Ter compensatie een kiekje van deze huizenrij. Vindt de speedboot!!!
Nu is het slechts een boogscheut tot de Blaarmeersen, waar ons A-ken trouw op ons wacht aan de watersportbaan.
De route is 55km lang. Ondanks de hevige regen van de voorbije week is het ganse traject vlot berijdbaar. Afgezien van een enkele brug is heel het parcours vlak. Op enkele plaatsen is de bewegwijzering voor verbetering vatbaar. Nogal verwarrend, we zijn eens op onze stappen… nee eerder pedaalomwentelingen of zoiets moeten terugkeren . Leuke route,spijtig is het begin tot Deinze wat saai, maar daarna is het zeker een must 7/10.