Van Villeneuve de Marsan naar Mont de Marsan via la voie verte (verlof pyrenées atlantiques mei-juni 2012)

Woensdag 31 mei 2012

De laatste dag van mei is het prachtig weer en dus rijden we met ons A-ken en de fietsen achterop naar Villeneuve de Marsan. Vandaag willen we er “la voie verte” in de andere richting gaan verkennen. Omstreeks 13u rijden we de parking voor de plaatselijke arena waar de “courses landaises” worden gehouden op.

Les courses landaises  zijn bijzonder populair hier in de streek. En elk stadje heeft zijn arena waar vooral in de zomer courses worden gehouden. In tegenstelling met de Spaanse corrida’s wordt de koe niet gedood.

We rijden naar de buitenwijken van Villeneuve de Marsan om la voie verte op te rijden.

Dat gebeurt al heel snel. In tegenstelling met gisteren is het pad nu toch verhard met een laag asfalt.

Door het dik, groen bladerdek komt schuchter de zon een kijkje nemen.

Ook hier treffen we weer de infoborden aan die ons een idee geven waar we zijn op de route en hoe ver nog te fietsen.

Het verhaal van”le fils de sabotier” die naar  “le lycée Victor Duruy” in Mont de Marsan gaat krijgt hier zijn vervolg.

Tussen het bladerdek krijgen we buiten uitgestrekt weilanden af en toe een glimp van een bouwvallige schuur te zien

We fietsen het stationneke van “Pujo St. Cricq” voorbij.

Wat later zien we dan deze paarden een portie hooi binnenspelen.

Na het huisje met deze verweerde dakkroon slagen we even af naar…

Bougue.

Bougue ligt ook op de pelgrimsweg naar Compostella. Nog zo’n 970km te gaan.

Rond de kerk staan er platanen wiens kruin in een speciale plooi is gedwongen.

Wat verder spotten we deze pelgrim genietend van een middagdutje.

In zo’n zuidfrans dorpje lijkt alles zo tijdloos.

De mediatheek is ondergebracht in een prachtig, uit natuursteen opgetrokken, gebouw.

Het hele dorpje ademt die provencaalse sfeer uit, zo typisch voor Frankrijk.

We keren terug naar “la voie verte”, om deze kort daarna weer te verlaten richting om in Mazerolles l’eglise fortifiée  de Beaussiet” te bewonderen.

We kuieren wat rond, dit kapelletje verzinkt wat in het niets bij de prachtige kerk met wie het dit domein deelt.

Vroeger mocht een kerkdeur nog iets kosten.

Wie zijn neus schendt…krijgt een rare tong!!

Even siesten.

Nog eventjes terug naar “la voie verte”.

Toch niet voor lang echter. We besluiten  het centrum van Mont de Marsan te vermijden. We bezochten Mont de Marsan al eerder tijdens dit verlof. Juist zoals gisteren is het de bedoeling dat we via minder drukke wegen kleine dorpjes aandoen en zo terug keren naar Villeneuve de Marsan. Gelukkig is het inderdaad minder druk op deze stoffige weg.

Het klein dorpje Mazerolles heeft buiten dit oorlogsmonument…

en dit wat saai kerkje weinig te bieden. We fietsen dan ook snel verder.

Door de velden gaat het nu naar Laglorieuse.

Daar valt al wat meer te beleven. Dit houten monument is zo wat een samenvatting van wat er leeft in Laglorieuse.

Het kerkje heeft meer karakter dan zijn evenknie in Mazerolles.

De kerkdeur komt duidelijk niet uit het assortiment van Lapeyre.

Nog een bescheiden, maar vooral een sierlijk, kruisbeeld in het grasperk en we kunnen stellen dat Laglorieuse haar naam alle eer aandoet.  Die voorzet kon ik niet laten liggen 😉

Opnieuw in het fietszadel zetten we onze weg voort naar Pujo-le-Plan.

Onderweg krijgen we af en toe wat boerderijtes voorgeschoteld.

Het kerkje van Pujo-le-Plan is, met zijn scheve muts, zowat het vrolijk broertje onder zijn soortgenoten.

Het ligt in een prachtig groen kader.

In een weide boog gaat het nu rond Pujo-le-Plan. Om de gewassen van het nodige vocht te voorzien worden er enorme sproeitoestellen gebruikt.

Her en der mooie landhuizen, veredelde boerderijen.

Dan weer een bouwval, maar steeds met die Franse flou, die er voor zorgt dat het iets aantrekkelijk heeft.

Nog even terugblikken op de scheve muts, alhoewel ze van hieruit rechter lijkt.

Na een fikse klim volgt er een snelle afdaling en zijn we snel terug in Villeneuve de Marsan. Een dikke 42km fietsplezier zit er weer op. Ondanks een paar klimmetjes op het einde is deze tocht vlot te fietsen. Opnieuw een aanrader.

Enkele links:

De site van het bureau de tourisme van Mont de Marsan bulkt van interessante informatie.

Als je in de Landes wil gaan fietsen moet je zeker eens op volgende site langssurfen

Wie verlof plant in les Landes kan niet om de site Tourisme Landes heen.

Voor “le Gers” is dit dan de “Tourisme du Gers”-site.

Voor “le pays Basque et Bearn” moet je op “Tourisme Béarn Pays Basque” klikken
Al verschenen in verlof pyrenées atlantiques mei-juni 2012:

Via la voie verte van Le Frêche naar Labastide d’Armagnac en Mauvezin d’Armagnac (verlof pyrenées atlantiques mei-juni 2012)

Dinsdag 30 mei 2012

We zij nu al meer dan een week in Aydie, de drang naar fietsen begint nu toch serieus te kriebelen. Tijdens ons bezoek aan Mont de Marsan toonde de bediende in het toerismebureau ons een tocht van Mont de Marsan naar Villeneuve de Marsan gebruik makend van”la voie verte”.  Wij besluiten de tocht omgekeerd te fietsen vertrekkend vanuit Villeneuve de Marsan. Het is iets na 12u als we bij het “bureau de tourisme” van Villeneuve de Marsan aankomen. Dat blijkt gesloten. Maar een supervriendelijke dame onderbreekt haar middagmaal en geeft ons een prachtige uiteenzetting, van wat er in de streek aan fietsplezier valt te beleven.  Wij herzien onze plannen en besluiten vanuit “Le Frêche” naar Mauvezin d’Armagnac te fietsen.

Zo’n half uur later rijden we met ons A-ken “Le Frêche” binnen. Op een groot verlaten parkeerterrein laden we de fietsen af. Alvorens de  “la voie verte”  aan te snijden fietsen we nog eens door le Frêche.

Het is echt een typisch dorpje uit les Landes.

Van dit kerkje rest nog alleen de toren, het kerkschip is met de noorderzon verdwenen.

Nog zoiets, purperen luiken en deuren, dat kan toch maar alleen in het zuiden.

We verlaten le Frêche en zoeken la voie verte op.

Snel nog even dat kodaksken wegsteken.

La voie verte heeft zich in de  spoorwegbedding, van een in onbruik geraakte spoorlijn, genesteld. Meer bepaald de lijn die de verbinding maakte tussen Mont de Marsan en Gabarret. Van de stationnekes zijn er mooie woonhuizen gemaakt.

Weg zijn wij, onze eerste stop is Labastide de l’Armagnac. aan dit dorpje hebben we nog prettige herinneringen van vakanties zo’n 15 jaar geleden.

Eventjes kijken we op, buiten het verwijderen van de sporen en de dwarsliggers is er niet veel gebeurd. Maar al met al lijkt het toch vlot te rijden.

Op geregelde tijdstippen staan er borden langs het parcours. Ze geven een goed beeld over de te volgen route. Afstanden, stopplaatsen en bezienswaardigheden het staat er allemaal op. Verder maken prachtige illustraties het plaatje compleet. Echt mooi en interessant.

Het tweede deel van deze borden verteld ons in verschillende episodes het verhaal van de jonge Julien die in Gabarret de trein neemt om in Mont de Marsan naar “le lycée Victor Duruy” gaat om daar als zoon van een arme schoenmaker hogere studies aan te vangen. Het verhaal speelt zich af begin jaren 1900. Op een sublieme wijze krijgt de fietser-lezer een historisch beeld van deze mooie streek.

Nog eens kijken hoever het is tot Labastide de l’Armagnac…

…en voort zijn wij.

Na zo’n dikke 6km fietsen bereiken we Labastide de l’Armagnac.

Snel even de accommodatie van deze halte testen…

In deze streek zitten er veel hagedissen. Deze is van het nieuwsgierigere soort. Dit geeft Veerle de kans hem enkele keren te kieken.

Dit huisje is de voorbode van…

…van nog veel meer!!

Dit schattige dorpje met zijn middeleeuws uiterlijk.

Zijn marktplein met prachtige huizen.

Huizen met gevels met prachtig vakwerk.

Eeuwenoude arcades waar het gezellig toeven is beschermd tegen de priemende zonnestralen.

Eventjes verder fietsen naar de uitkant van la Bastide d’Armagnac brengt ons oog in oog met “le Chateau du Prada

Veerle verwondert zich over deze rozenstruik. Op één stam zijn er rozen van verschillende kleur.

We keren terug naar het marktplein om er in de schaduw van de arcade een lekkere pannenkoek binnen te smikkelen.

Onder diezelfde arcade hebben tientallen zwaluwkoppels een onderkomen gevonden.

Wij verlaten dit machtig mooi dorpje en keren terug…

La voie verte.

Hoewel het stationneke er verlaten bij ligt is het mooi onderhouden. Tevens probeert men zo goed mogelijk een idee te geven van de vroegere activiteit.

Als we even terugblikken vangen we nog een glimp van “Notre Dame des cyclistes” . Verplichte stopplaats voor de bedevaarder die op pelgrimstocht is naar Compostella of Lourdes.

Wat later rijden we Mauvezin d’Armagnac binnen.

Minder dan in Labastide de l’Armagnac maar Mauvezin d’Armagnac heeft ook mooie vakwerkhuizen.

De toren van l’eglise Saint-Pierre is meer een muur dan een echte toren. We hebben dit hier al meer gezien.

Rechtover de kerk vanachter een haag Marie en Jezus. Op weg naar huis?

Om een heen en terug tocht te vermijden besluit ik om, gebruikmakend van onze garmin, via de dorpjes terug te keren naar Flêche.

We verlaten la voie verte en zetten richting Lagrange.

Opnieuw zo’n mooie landelijke woning. Dat vakwerk en de benagelde voordeur, we krijgen er niet genoeg van.

Geen zomer zonder hooibalen.

Stilletjes aan wordt het wat steviger. Hier en daar duikt er al een kuitenbijter op.

Ik weet niet wat Garmin bezielt maar hij stuurt ons naar onverhard.

Op zich niets mis mee, onze giants hebben stevige rubbers. Maar als we over juist gemaaide varens moeten hebben we toch onze vragen.

Toch als we wat later weer vaste grond onder de wielen krijgen geschoven kan er een brede glimlach af.

Met wijn valt er wel wat te verdienen. Dit stulpje kan zo op het etiket van de appellation.

Inmiddels is Lagrange van de radar verdwenen en richten we ons naar Saint-Julien de l’Armagnac.

Maar eerst doen we Betbezer d’Armagnac aan.

Nog zo’n stulpje gaat al richting etiket “grand cru“.

Ook hier een mooi kerkje.

Stulpje III.

De zomer is op komst, als er flink geoogst moet worden, dan moet er nu ferm doorgewerkt worden.

Uiteindelijk bereiken we Saint-Julien d’Armagnac.  Na al die stulpjes onderweg lijkt dit kerkje nogal basic.  Maar het tuinhuisje verwerken in de toren is dan weer slim, je moet er toch maar aan denken!!

Nog even rondkijken, een kiekjes schieten en we vertrekken weer verder.

We keren nu terug naar Labastide d’Armagnac.

Nergens is de tand des tijds zo creatief als in het zuiden van Frankrijk.

Pleisteren is duidelijk een knelpuntberoep hier in de streek.

De schaduwen beginnen te lengen.

De koppigste verovering van de mens.

Om Labastide d’Armagnac te bereiken moeten we terug over Betbezer d’Armagnac. Maar zo fietsen we voorbij deze “Lavoir” de “Miele” uit de middeleeuwen.

Nu fietsen we efkens op de D11 een fikse departemental. Inmiddels is de golden hour al begonnen.

Toch wel een heel mooie poes. Bekijk die staart eens!

Ik heb onze Garmin zo ingesteld als er maar enigszins een off-road alternatief is, hij ons die voorschoteld. Deze keer is de veldbaan perfect berijdbaar.

Juist voor we Le Frêche opnieuw binnenrijden staart deze jonge “troupeau de vaches blondes d’aquitaine” ons met grote koeienogen aan.

En ja, aan alle mooie liedjes komt er een einde. We zijn terug bij ons A-ken. Snel staan onze rijwielen op de fietsendrager een klus waar Veerle nogal fier op is. Wel van deze tocht hebben we enorm genoten. Soms al eens lastig maar toch zo boeiend. Ben je hier in de streek moet je hier zeker eens komen fietsen of wandelen.

Enkele links:

De site van het bureau de tourisme van Mont de Marsan bulkt van interessante informatie.

Als je in de Landes wil gaan fietsen moet je zeker eens op volgende site langssurfen

Wie verlof plant in les Landes kan niet om de site Tourisme Landes heen.

Voor “le Gers” is dit dan de “Tourisme du Gers”-site.

Voor “le pays Basque et Bearn” moet je op “Tourisme Béarn Pays Basque” klikken

Al verschenen in verlof pyrenées atlantiques mei-juni 2012:

Stadsbezoek Mont de Marsan (verlof pyrenées atlantiques mei-juni 2012)

Woensdag 23 mei 2012

Na ons bezoek gisteren aan Auch, besluiten we vandaag Mont de Marsan aan te doen. Mont de Marsan ligt in de Landes. Op weg naar onze vakantiebestemming Aydie in de Pyrenées-Atlantiques. passeerden we door deze mooie streek.  Wat me toen opviel dat het hier vrij vlak is en dat er in deze streek prachtige dorpjes zijn. We willen een stadsbezoek aan Mont de Marsan combineren met een zoektocht naar fietstochten in deze streek.

Na een lekker middagmaal op een leuk terrasje begeven we ons naar het “bureau de tourisme”. We krijgen er enkele fietstips, daar merken jullie wel iets van in een volgende reportage. Maar we krijgen er ook een mooie stadswandeling waar we meteen aan beginnen.

Vanop de “Esplanade du Midou” hebben we een mooie kijk op “le Donjon“. Deze vroegere burcht, die als kazerne diende voor de plaatselijke troepen, werd in 1962 “le Musée Despiau-Wlérick” voor beeldende sculptuurkunst uit XXste eeuw.

Nog even inzoomen alvorens we er naartoe stappen.

Eerst nog even terugblikken op “l’esplanade du Midou”.

Via een voetgangersbrugje steken we “le Midou” over.

We bewonderen de vele beelden die er tentoongesteld staan.

Mooie naïeve sculpturen met een zweem van sagen en legendes worden afgewisseld…

met zware beelden die iets onwezenlijk hebben haast emotieloos.

Daarna krijgen we dan weer kunst…

met beelden die lijken weggeplukt uit een Grieks heldenepos.

Lijkt mijn verhaal alleen te bevestigen.
Dan weer heel modern…

zeer expresionistisch.

We verlaten het museum, kijk hoe men hier in Mont de Marsan oud en nieuw heeft weten te verzoenen.

We kuieren verder langs de oude vestingsmuren.

Genieten van het mooi zicht…

…en dan ineens stuiten we op dit vreemd kunstvoorwerp.
Wat verder betreden we “le squaire des anciens combattans” Dit kleine parkje wordt overheerst door dit oorlogsmonument.  Dit monument bevalt me wel. Ik vind de treurnis van kinderen en achtergebleven weduwen veel aandoenlijker als de obligate Marianne die de Franse vlag rondzwaait

Op de Rue Victor Hugo flaneren we langs landhuizen.

Deze burgerhuizen stammen uit de 19de eeuw, Napoleon I zou aan de oorsprong van deze laan liggen.

“l’Hotel du département et préfecture” is alleszins in schitterende staat.

Wat verderop dit statig monument. Blijkt een eerbetoon te zijn aan de Amerikaanse troepen die Frankrijk hielpen ontzetten tijdens de wereldoorlog.

Meteen staan we voor “l’Eglise de Madeleine“.

Deze kerk werd in 1822 voltooid en is een stopplaats op de weg naar Compostella.

De volgende stop op deze wandeling is dit versterkt huis in romaanse stijl.

De tocht doet nu het “Parc Jean Rameau” aan.

Op deze zonnige dag wordt er op verschillende plaatsen petanque gespeeld.

Het spel wordt er gespeeld met de nodige pathos. Zo wordt het een leuk schouwspel dat we dan ook een tijdje volgen.

Tijd om terug het centrum van Mont de Marsan op te zoeken. Op de “Place Charles de Gaulle” ligt “les halles et le Théâtre municipal” rechtover…

…”la bibliothèque municipale”. Deze bibliotheek is gehuisvest in het oude “Hôtel de ville”.

Opnieuw steken we la Midou over.

Op de brug staan er massieve beelden van naakte vrouwen.

Het geeft een extra dimensie aan dit op zich al mooi provinciaals stadje.

Deze fontein bezorgt ons dan weer een koeler beeld.

Onder de arcades van “la reu des arceaux ” (what’s in a name)…

…bereiken we de oevers van “la Midou” juist waar “La Douze” haar debiet komt versterken.

Na wat zoeken vinden we deze “lavoir”. Deze wasplaats is vrij uniek door zijn gebogen vorm.

Om de “Villa Mirasol” te bereiken steken we nog eens “le Midou” over.

Villa Mirasol is een prachtig landhuis in typische Baskisch-Landaise stijl. Doet mij een beetje aan Gaudi denken.

Via wat verder uit het centrum gelegen pleintjes met standbeelden…

…en kerkjes trekken we naar de plaatselijk arena.

Hier worden “les courses Landaises” gehouden.

Les courses Landaises heeft behalve de koeien weinig met de Spaanse stierengevechten te maken. Het is een sierlijke, acrobatische sport waar de koeien, buiten het ophitsen, geen kwaad worden gedaan.

Nu keren we terug naar het centrum van Mont de Marsan. Het goede weer lokt mensen naar de terrasjes en zorgt voor een gezellige drukte.

Aan het imposante “Hôtel de ville” eindigt deze stadswandeling. Mont de Marsan is een mooi zuidfrans stadje. Ideaal voor een dagje uit. Wie in streek vertoeft dient zeker eens dit stadje aan te doen. Wij hebben het ons niet beklaagd.

Enkele links:

De site van het bureau de tourisme van Mont de Marsan bulkt van interessante informatie.

Wie verlof plant in les Landes kan niet om de site Tourisme Landes heen.

Voor “le Gers” is dit dan de “Tourisme du Gers”-site.

Voor “le pays Basque et Bearn” moet je op “Tourisme Béarn Pays Basque” klikken

Enkele links:

Ook in Mont de Marsan is de site van het tourismebureau een aanrader.

Als je in de Landes wil gaan fietsen moet je zeker eens op volgende site langssurfen

Wie verlof plant in les Landes kan niet om de site Tourisme Landes heen.

Voor “le Gers” is dit dan de “Tourisme du Gers”-site.

Voor “le pays Basque et Bearn” moet je op “Tourisme Béarn Pays Basque” klikken

Al verschenen in verlof pyrenées atlantiques mei-juni 2012:

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: